Jullie hebben mij een slechte naam bezorgd

Genesis 34:19-31

19  De jongeman wilde geen moment wachten met de uitvoering ervan, want hij begeerde Jakobs dochter vurig. Hij had meer invloed dan wie ook van zijn familieleden. 20  Samen met zijn vader Chamor ging hij naar de stadspoort. Tegen de mannen die daar bijeen waren, zeiden ze: 21  ‘Die mensen hebben vredelievende bedoelingen. Laat hen daarom hier wonen en vrij in ons land rondtrekken; er is immers ruimte genoeg voor hen in ons land. Wij kunnen met hun dochters trouwen, en onze dochters kunnen we aan hen geven. 22  Maar ze stellen één voorwaarde voordat ze bereid zijn om bij ons te wonen en één volk met ons te worden: al onze mannen en jongens moeten worden besneden, net als zij. 23  Denk u eens in-hun hele veestapel en al hun bezittingen zullen voor ons zijn! Laten we hun dus ter wille zijn, dan blijven ze bij ons.’ 24  Allen die in de stadspoort bijeen waren gekomen gaven gehoor aan de oproep van Chamor en Sichem, en zo werden allen van het mannelijk geslacht die daar bijeen waren, besneden. 25 ¶  Drie dagen later, toen de mannen van Sichem koortsig waren, pakten twee van Jakobs zonen, Simeon en Levi, die volle broers van Dina waren, hun zwaard en overvielen de stad, waar niemand op onraad bedacht was. Ze doodden alle mannen. 26  Ook Chamor en zijn zoon Sichem brachten ze om het leven. Ze haalden Dina uit Sichems huis en vertrokken. 27  Daarop beroofden Jakobs andere zonen de slachtoffers en plunderden de stad, omdat hun zuster onteerd was. 28  Schapen, geiten, runderen, ezels, en alles wat er in de stad of op het veld te vinden was maakten ze buit. 29  Alle bezittingen namen ze mee, en de vrouwen en kinderen voerden ze als gevangenen weg; ze roofden de huizen helemaal leeg. 30  Jakob maakte Simeon en Levi verwijten. ‘Jullie hebben mij in het ongeluk gestort, ‘zei hij, ‘want jullie hebben mij een slechte naam bezorgd bij de inwoners van dit land: de Kanaänieten en de Perizzieten. Ik heb maar een handjevol mannen, dus als ze met zijn allen tegen mij optrekken, zullen ze me verslaan en word ik met mijn hele familie vermoord.’ 31  Maar zij antwoordden: ‘Moesten we onze zuster dan als een hoer laten behandelen?’ (NBV)

Er zijn altijd honderdduizend redenen om iets te doen of te laten, maar materiële belangen geven over het algemeen de doorslag.  Ook de inwoners van Sichem dachten zo. Die knappe Dinah kwam uit een rijke familie. Natuurlijk kun je dan op een nieuwe manier gaan leven en een godsdienst van een god die je niet kunt zien is al helemaal gemakkelijk. Daar heb je best iets voor over want het doorslaggevende argument was dat alle rijkdom van Jacob voortaan ook van hen zou zijn. En dat is niet de bedoeling van eerlijk delen. Arm zijn is geen ideaal en de armen recht doen is niet iets wat de armen zich moeten toe-eigenen maar waartoe de rijken zich moeten bekeren. Het is een schande voor het land dat er voedselbanken zijn, het is een blaam voor het parlement dat de meeste subsidie op het wonen naar de hypotheekrenteaftrek voor de rijkste Nederlanders gaat, het zou verschrikkelijk zijn als de godsdienst van vreemdelingen eenzijdig verboden zou worden door de meerderheid.

Dat de mannen van Sichem zich lieten besnijden, en let wel net als in de Islam laten ook in de Bijbel alleen de mannen zich besnijden, is dus alleen maar inhaligheid. Vrouwenbesnijdenis komt uit bijgeloof dat niets met Islam, Jodendom of Christendom te maken heeft.  Het wordt ook binnen de Islam veroordeeld en bestreden. De zonen van Jacob trappen dus niet in die zogenaamde bekering. Hun zuster als object, als handelswaar gebruiken is een zeer ernstige misdaad die naar de gebruiken van de tijd bloedig gewroken dient te worden. Zo moet er ook altijd worden opgetreden tegen misbruik van vrouwen. In elke oorlog zijn verkrachtingen aan de orde, zelfs door soldaten van vredesmachten. Daar zijn het onze zusters die beschermd moeten worden en het feit dat de landen in de wereld niet in staat zijn er een troepenmacht heen te sturen die echt kan optreden en de mensen beschermen kan geeft ons allen een slechte naam. Jacob is kennelijk net zo bang voor gezichtsverlies als de machthebbers van deze tijd. Maar de boodschap is duidelijk. Als je op de nieuwe manier van Israel wil gaan leven gaat het er niet om er rijker van de worden maar om je leven te delen met vrouwen en mannen en hen ongeacht hun bezit als gelijken te beschouwen.

Toch zit er aan dit verhaal ook een zeer negatieve kant. De zonen van Jacob zijn de broers van Dina. En omdat de eer van de familie geschonden is moet er wraak worden genomen. Het is dus niet alleen een verhaal over hebzucht dat bestraft moet worden, het is ook een verhaal over eerwraak. Die zonen van Jacob zijn eigenlijk gewoon een stel schurken en het is jammer dat het zogenaamd schenden van de eer van de familie omdat de liefde tussen twee mensen de familie niet goed uitkomt zo vaak tot eerwraak lijdt. Als we dit verhaal alleen lezen als een bestraffing van hebzucht dan legitimeren we  eigenlijk hebzucht. De nazaten van Simeon zullen het later nog merken bij de verdeling van het land. De nazaten van Levi worden de levieten. Die worden belast met de rechtspraak in het beloofde land, maar zelf mogen ze geen land bezitten. Jacob wordt bang voor zijn slechte naam, de slechte daad zelf maakt hem kennelijk niet uit. In dit hele verhaal komt de God van Jacob, nu de God van Israël niet voor. De mannen die zich laten besnijden, en zich dus aansluiten bij de God van Jacob, worden het eerst slachtoffer. Het is dus niet gemakkelijk God te plaatsen waar hebzucht en eerwraak strijden om de eerste plaats in het handelen van mensen. Ook in onze dagen mogen we daarbij stil staan.

Plaats een reactie