Weg met jullie, rechtsverkrachters!

Lucas 13:22-35

22  Op weg naar Jeruzalem trok hij verder langs steden en dorpen, terwijl hij onderricht gaf. 23 ¶  Iemand vroeg hem: ‘Heer, zijn er maar weinigen die worden gered?’ Hij antwoordde: 24  ‘Doe alle moeite om door de smalle deur naar binnen te gaan, want velen, zeg ik jullie, zullen proberen naar binnen te gaan maar er niet in slagen. 25  Als de heer des huizes eenmaal is opgestaan en de deur heeft gesloten, en jullie staan buiten op de deur te kloppen en roepen: “Heer, doe open voor ons!,” dan zal hij antwoorden: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan?” 26  Jullie zullen zeggen: “We hebben in uw bijzijn gegeten en gedronken en u hebt in onze straten onderricht gegeven.” 27  Maar hij zal tegen jullie zeggen: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan? Weg met jullie, rechtsverkrachters!” 28  Dan zullen jullie jammeren en knarsetanden wanneer je Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten in het koninkrijk van God ziet, maar zelf buitengesloten wordt. 29  Uit het oosten en het westen en uit het noorden en het zuiden zullen ze komen, en ze zullen aan tafel genodigd worden in het koninkrijk van God. 30  En bedenk wel: er zijn laatsten die de eersten zullen zijn, en er zijn eersten die de laatsten zullen zijn.’ 31 ¶  Precies op dat ogenblik kwamen er enige Farizeeën die tegen hem zeiden: ‘Vertrek, ga weg van hier, want Herodes wil u doden!’ 32  Hij antwoordde: ‘Zeg tegen die vos: “Let op, ik drijf demonen uit en vandaag en morgen genees ik mensen, en op de derde dag bereik ik de voltooiing.” 33  Maar ik moet vandaag en morgen en de volgende dag op weg blijven, want het gaat niet aan dat een profeet omkomt buiten Jeruzalem 34  Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels hoedt, maar jullie hebben het niet gewild. 35  Jullie stad wordt aan haar lot overgelaten. Ik verzeker jullie: jullie zullen mij niet meer zien, tot de tijd komt dat je zult zeggen: “Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!”’(NBV)

Denk nu niet dat er in de Bijbel alleen in vriendelijke voorkomende woorden tegen elkaar wordt gesproken. Niets is vaak minder waar. Vooral Jezus van Nazareth kon, zo vertellen de vier Evangelieverhalen, soms onbarmhartig uithalen. Vooral tegen mensen die voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten. We kennen dat nog steeds, als een club wint is het aantal supporters niet te tellen, als een club verliest blijft er maar een klein clubje over. In de verhalen van Jezus van Nazareth worden heel andere maatstaven aangelegd. Daar staan de armen voorop. Wie niets heeft mag meedoen aan het Koninkrijk van recht en vrede. Wie niets heeft mag aan tafel op een feest dat voortdurend met een bruiloftsfeest wordt vergeleken. Wie geen oog heeft gehad voor het delen met de armen, wie bezig is geweest met eigen gewin en eigen profijt wordt buitengesloten.

Natuurlijk, ook zij willen meedoen met het feest, ook zij zullen roepen dat ze zich netjes hebben gedragen, altijd oppassend zijn geweest, fatsoenlijk, ja zelfs op zondag naar de kerk zijn gegaan. Het helpt allemaal niet want niet wie vooraan staat en een grote borst weet op te zetten komt als eerste voor het feest in aanmerking, maar wie hoort bij de armen. In een ander verhaal wordt de vergelijking getrokken met hen die in het struikgewas moeten slapen, langs de kant van de weg. Wie daarbij hoort, of wie voor die mensen opkomt en hen een deel van leven geeft is het feest bedoeld. De anderen zijn de rechtsverkrachters, weg er mee. Wij hebben een heel weekeinde om na te denken waar wij bij horen. Is dat bruiloftsfeest ook voor ons weggelegd?

In het Evangelie van Lucas draait alles om Jeruzalem. Het verhaal begint daar in de Tempel met de priester Zacharias en het eindigt daar ook als de volgelingen van Jezus van Nazareth naar de Tempel gaan. Jeruzalem is het centrum van het verhaal en in het verhaal het centrum van de wereld. Daar wordt immers de Wet van de Woestijn bewaard. De wet die ooit werd ontdekt door het volk Israel en die de garantie zal vormen voor een ideale wereld. Een wereld waar, zoals later zal worden gezegd, de straten van goud zijn en alle tranen zijn gedroogd. Juist in Jeruzalem zul je kunnen horen en leren dat die wereld er komt als de mensen geleerd hebben hun naasten lief te hebben als zichzelf. Daarom kunnen de armen bevrijding worden aangezegd zoals in het Evangelie van Lucas wordt verteld. Maar Jezus van Nazareth beseft dat het niet eenvoudig zal zijn. Daar waar de wet het meest voor de hand ligt is het verzet het grootst en de mensen die willen dat het liefhebben van de naasten wordt omgezet in daden worden het hardst aangepakt. Maar laten wij ons niet laten ontmoedigen. Elke dag mogen we er weer opnieuw mee beginnen, totdat die nieuwe wereld komt, dus ook vandaag weer.

Plaats een reactie