Laat mijn volk gaan

Exodus 7:14-25

14 ¶  De HEER zei tegen Mozes: ‘De farao blijft hardnekkig weigeren het volk te laten gaan. 15  Ga morgenochtend naar hem toe, wanneer hij naar de rivier gaat. Wacht hem daar op, aan de oever van de Nijl, met in je hand de staf die in een slang veranderde. 16  Je moet het volgende tegen de farao zeggen: “De HEER, de God van de Hebreeën, heeft mij naar u toe gestuurd om te zeggen: ‘Laat mijn volk gaan om mij in de woestijn te vereren.’ Tot nu toe hebt u niet willen luisteren. 17  Daarom-zo zegt de HEER zal hij u laten zien wie hij is. Ik zal met deze staf op het water van de Nijl slaan, en dat zal dan in bloed veranderen. 18  De vissen gaan dood en de rivier zal zo gaan stinken dat de Egyptenaren het wel zullen laten nog van het water te drinken.”’ 19  Toen zei de HEER tegen Mozes: ‘Zeg tegen Aäron dat hij zijn staf geheven houdt boven het water van Egypte, boven rivieren, kanalen en moerassen, boven elke plaats waar water is. Overal in Egypte zal het water dan in bloed veranderen, tot in de houten en stenen waterbakken toe.’ 20  Mozes en Aäron deden wat de HEER hun opdroeg. Voor de ogen van de farao en zijn hovelingen hield Aäron zijn staf geheven boven de Nijl en sloeg ermee op het water, en toen veranderde het Nijlwater in bloed. 21  De vissen gingen dood en de rivier stonk zo dat de Egyptenaren er niet meer uit konden drinken. Overal in Egypte was bloed. 22  Maar de Egyptische magiërs bereikten met hun toverformules hetzelfde. Daarom bleef de farao onverzettelijk, hij wilde niet naar Mozes en Aäron luisteren, zoals de HEER gezegd had. 23  Ook dit teken bracht hem niet tot andere gedachten, hij keerde zich om en ging terug naar zijn paleis. 24  Omdat de Egyptenaren het water uit de Nijl niet meer konden drinken, moesten ze in de omgeving van de Nijl naar drinkwater graven. 25  Zeven dagen duurde de plaag waarmee de HEER de Nijl had getroffen. (NBV)

Vandaag lezen we het verhaal van de eerste van 10 plagen die Egypte troffen voor ze bereid was om het volk Israël te laten gaan. Waarom zijn er eigenlijk 10 plagen en niet 3 of 5 of 7?  Rabbijnen vertellen ons dat 10 het getal is van de uiterste grens van geduld, dan kan het nog, zoals Sodom gespaard zou zijn als er 10 rechtvaardigen gevonden zouden zijn, daarom zijn er in de hoofdsom van de leer van Mozes ook 10 woorden, dat is nog te verdragen. Door de 10 plagen wordt een scheiding gemaakt tussen Egypte en Israël, eigenlijk tussen Israël en alle andere volken. De dood van Egypte betekent het leven voor Israël. In deze eerste plaag staat het bloed centraal, net als het in de tiende plaag centraal zal staan. In het bloed is het leven gevangen geloofden de Hebreeën. Zoals het bloed in de mensen stroomde, stroomde het water van de Nijl door het land. Maar als de Nijl tot mens wordt gemaakt dan treed de dood in. En de Nijl werd aanbeden door de Egyptenaren, al het water van Egypte werd daardoor aanbeden.

Daarom moest Aäron de staf van God boven al het water van Egypte houden, al het water veranderde in bloed. Zelfs het water van de rituele baden waarin de goden van Egypte werden aanbeden. De staf van God was het enige wapen dat is gebruikt in de bevrijding uit de slavernij van Egypte. Natuurlijk konden de magiërs van Egypte dezelfde truc als Aäron. De God van Israël heeft immers geen trucs nodig om de slaven te bevrijden tot eredienst voor God. Maar een truc is het niet als de Egyptenaren inderdaad zeven dagen lang, de volledige week, van Godsdag tot Godsdag, geen water kunnen putten maar naar water moeten graven. De hoorders van het verhaal zullen eeuwen later een glimlach niet hebben kunnen onderdrukken als ze zich realiseren dat die domme magiërs van die stijfkoppige Farao door hun truc het lijden van het volk van Egypte alleen nog vergroten. Want water in bloed veranderen dat kan nog maar bloed in water is een andere zaak. Hebben wij ook van die afgoden zoals de Egyptenaren hadden? Het lijkt er soms wel op. Het lijkt er soms zeer op dat wij de olie net zo heilig verklaren als de Egyptenaren de Nijl.

Die olie moet ongehinderd naar ons land kunnen stromen en net als Egyptenaren toen voor hun water hebben wij nu een fijnmazig systeem om de olie over ons land te verdelen. Zuinig aan met de olie, minder auto rijden, minder verspillen in onze huizen is voor schreeuwende angsthazen ook vandaag nog onbespreekbaar. Laat staan dat we willen delen met de armen in de wereld. De oorlog in Irak werd indertijd ook afgeschilderd als een oorlog om de stroom van olie blijvend te verzekeren en als dat zo is is ook onze olie in bloed veranderd. Wij hoeven er nog niet met onze handen naar te graven, maar heel langzaam lijkt het soms wel of ons dezelfde plagen treffen als die in Egypte, zeker als we halsstarrig blijven vasthouden aan onze rijkdom en blijven weigeren die te delen met de armsten in de aarde. Bevrijding van de slavernij is ook voor ons nodig, maar de Hebreeën mopperden op z’n tijd tegen Mozes en Aäron over de last die de bevrijding met zich meebracht. Dat verzet kennen wij ook, maar die weerstand mogen ook wij opgeven opdat de hele aarde het land wordt overvloeiende van melk en honing. Het kan vandaag nog beginnen.

Plaats een reactie