De afdelingen van Efraïm

Numeri 2:18-34

18  Aan de westkant moeten de afdelingen van Efraïm zich bij hun vaandel legeren. Aanvoerder van de Efraïmieten is Elisama, de zoon van Ammihud. 19  Zijn leger is volgens de telling 40.500 man sterk. 20  Aan dezelfde kant komt de stam Manasse. Hun aanvoerder is Gamliël, de zoon van Pedasur. 21  Zijn leger telt 32.200 man. 22  Ook de stam Benjamin komt daar. Hun aanvoerder is Abidan, de zoon van Gidoni. 23  Zijn leger telt 35.400 man. 24  In totaal tellen de legerafdelingen van Efraïm 108.100 man. Zij breken als derde op. 25  Aan de noordkant moeten de afdelingen van Dan zich bij hun vaandel legeren. Aanvoerder van de Danieten is Achiëzer, de zoon van Ammisaddai. 26  Zijn leger is volgens de telling 62.700 man sterk.27  Aan dezelfde kant slaat de stam Aser zijn tenten op. Hun aanvoerder is Pagiël, de zoon van Ochran. 28  Zijn leger telt 41.500 man. 29  Ook de stam Naftali komt daar. Hun aanvoerder is Achira, de zoon van Enan. 30  Zijn leger telt 53.400 man. 31  In totaal tellen de legerafdelingen van Dan 157.600 man. Zij breken het laatst op, elke afdeling bij zijn eigen vaandel.’ 32  Het aantal Israëlieten dat ingeschreven was, geordend naar families, bedroeg voor het hele leger, voor alle afdelingen bij elkaar, 603.550. 33  De Levieten waren niet met de andere Israëlieten meegeteld; zo had de HEER het Mozes opgedragen. 34  De Israëlieten deden alles wat de HEER Mozes had opgedragen: allen legerden zich bij hun eigen vaandel, en zo trokken ze ook weer verder, ingedeeld naar geslacht en familie. (NBV)

Na de regeringsperioden van David en Salomo duurde het niet lang voor het rijk Israël in twee delen uiteenviel. Rond Jeruzalem was het Koninkrijk Juda en rond Samaria het koninkrijk Israël. In dat laatste koninkrijk speelde de stam Efraïm een grote rol. In diverse Bijbelgedeelten wordt dat koninkrijk Israël ook gewoon Efraïm genoemd. Hoe belangrijk Efraïm van begin af aan is geweest blijkt uit dit gedeelte van Numeri. De voorhoede wordt aangevoerd door de stam Juda en de achterhoede door de stam Efraïm. Hier spelen ook de afstammingen van Jacob een rol. Efraïm en Manasse waren niet de zonen van Jacob maar zijn kleinzonen, zij waren de zonen van Jozef. Geen wonder dat de stam Benjamin zich daarbij aansloot want Jozef en Benjamin waren broers, de enige zonen van Rachel de meest geliefde vrouw van Jacob.

Dan volgt de stam Dan. Dan was een zoon van Bilha de slavin van Rachel. Nu werden de zonen van slavinnen beschouwd als zonen van de vrouw van wie ze slavin was. Ismaël, de zoon van Abraham en Hagar werd beschouwd als een zoon van Sara omdat Hager heel uitdrukkelijk als slavin van Sara, als haar vervangster, had gefunctioneerd. Wij zouden in onze dagen zeggen dat ze draagmoeder was geweest. Toen Abraham stierf waren het dan ook Ismaël en Izaak samen geweest die de begrafenis organiseerden. Er waren ook nog zes zonen van Ketura en Abraham geweest maar die werden weggestuurd met geschenken. Het begrijpen van de verhalen uit Numeri kan dus niet door de verhalen op te vatten als stukjes saaie geschiedenis. De manier waarop het leger rond de Tabernakel was gegroepeerd had te maken met het verleden van het volk, de situatie in de woestijn waar het volk zich in bevond maar ook met de toekomst van het volk die in het verhaal het volk nog te wachten stond.

De Israëlieten deden dus alles wat de Heer aan Mozes had opgedragen. De rol van Aäron blijft hierbij buiten beschouwing. Geleerden denken dan dat Aäron als hogepriester zich alleen met de Levieten bezich had gehouden. Maar de Heer had in het begin van dit verhaal over de indeling van de legermacht uitdrukkelijk tot Mozes gesproken. In heel de geschiedenis van de God van Israël met zijn volk dat hij had bevrijd uit de slavernij in Egypte was Mozes namens het volk de gesprekspartner van die God geweest. Toen God had geprobeerd zelf met het volk het gesprek aan te gaan had het van de Sinaï gebliksemd en gedonderd, zo sterk dat heel het volk er bang van was geworden. Zij hadden Mozes gevraagd namens hen met God te gaan praten. Omdat het niet de bedoeling was geweest bij de Sinaï te blijven wonen was de Tent der Ontmoeting opgericht. De mooiste en meest luxe tent. Een tent die schijnbaar niet werd bewoond maar waar Mozes God kon ontmoeten en waar Aäron zorgde voor de offers die het Heilige van deze God onderstreepte. Het belangrijkste van het verhaal blijft daarom dat het leger niet gelegerd was rond de tent van een generaal of opperbevelhebber maar rond het Heiligdom van hun God. Dat roept aan ons de vraag op wat het centrum van onze samenleving is.

Plaats een reactie