Toon ontzag voor je God

Leviticus 25:35-46

35  Wanneer een van jullie tot armoede vervalt en zich niet kan handhaven, moet je hem bijstand verlenen, zoals je ook een vreemdeling zou helpen die bij je te gast is; je mag hem niet laten verkommeren. 36  Toon ontzag voor je God en laat je volksgenoten niet verkommeren. Wanneer je een volksgenoot iets leent, mag je hem vooraf noch achteraf rente vragen. 37  Je mag van hem geen rente vragen als je hem geld leent, en geen winst maken als je hem voedsel geeft. 38  Ik ben de HEER, jullie God, die jullie uit Egypte heeft geleid om jullie Kanaän in bezit te geven en jullie God te zijn. 39 ¶  Wanneer een van jullie tot armoede vervalt en zichzelf aan jou verpandt, mag je hem niet als slaaf behandelen. 40  Je moet hem beschouwen als een loonarbeider of als een vreemdeling die bij je woont. Tot aan het jubeljaar zal hij voor je werken, 41  dan hoeft hij je niet meer te dienen en kan hij met zijn gezin terugkeren naar zijn eigen familie en naar de grond van zijn voorouders. 42  Het volk dat ik uit Egypte heb weggeleid behoort mij toe, Israëlieten kunnen dus niet als slaaf verkocht worden. 43  Toon ontzag voor je God en beul hen niet af als slaven. 44  Als slaven en slavinnen kun je mensen kopen uit de omringende volken, 45  of vreemdelingen die bij jullie wonen of de nakomelingen die zij in jullie land hebben gekregen. Die slaven en slavinnen zijn je eigendom,46  je kunt hen als erfelijk bezit aan je nakomelingen nalaten; zij zullen voor altijd als slaaf voor je blijven werken. Maar je volksgenoten, de Israëlieten, je eigen verwanten, mag je nooit als slaven afbeulen. (NBV)

Met een groot deel van wat er vandaag gelezen wordt  uit Hij Roept, wat wij het boek Leviticus zijn gaan noemen zijn we het volstrekt oneens. Zelfs de Christenen die de Bijbel zogenaamd letterlijk nemen en alle voorschriften van kaft tot kaft volgen zullen het wel uit hun hoofd laten om de geboden te volgen zoals ze hier staan. Zij hebben dan de smoes dat Paulus ons bevrijd heeft van deze geboden en een onderscheid maakt tussen wat voor de Heidenen geld en wat voor het volk Israël geld. Het is een smoes want we zijn het niet oneens met een deel van dit Bijbelgedeelte omdat wij ons er niet aan zouden hoeven te houden. Wij vinden dat ook het volk Israël zich er volstrekt niets aan gelegen moest hebben. Slavernij is verkeerd, door en door verkeerd. Dat is niet zo sinds de negentiende eeuw toen na lang aarzelen de slavernij werd afgeschaft maar dat is al zo vanaf de schepping van de hemel en de aarde. In de Tora is te lezen dat alle mensen Gods kinderen zijn, alle mensen mogen we aannemen stammen van dezelfde voorouders af. Alle mensen horen dus tot één volk en van je eigen volk mag je volgens deze bepalingen geen mens tot slaaf nemen. Al die mensen zijn al slaven, eigendom van de God van Israël.

Natuurlijk vinden we dat iemand die in nood is geraakt geholpen moet worden. Onze broeders en zusters die gedwongen zijn door oorlogsgeweld, onderdrukking en uitbuiting te vluchten uit landen als Syrië, Eritrea en zo zullen we moeten behandelen alsof het volksgenoten zijn en in ons midden opnemen. Christenen doen dat ook graag. Tegelijk wordt ruimhartig bijgedragen aan de opvang van vluchtelingen die ergens in de eigen regio een onderkomen hebben gevonden. Ook aan het einde maken van oorlogsgeweld, onderdrukking en uitbuiting wordt hard gewerkt. Ieder mens behoort in vrijheid en veiligheid te kunnen leven nietwaar. Waarom staat dit gedeelte dan op deze manier in de Bijbel? Waarom is het er niet uitgescheurd? Ook de huidige staat Israël kent toch wetten tegen slavernij en stelt het in slavernij houden van mensen strafbaar? Dat begint er mee dat de Bijbel erkent dat er volken zijn. God heeft ooit de mensen in verwarring gebracht door hen verschillende talen te geven en als antwoord daarop hebben de mensen niet geprobeerd toch de ander te verstaan maar hebben ze volken gesticht en grenzen getrokken rond gebieden.

Die volken hebben elk hun eigen manier van doen. Die volken vinden ook allemaal dat hun manier van doen de beste is. Geen van die volken volgt de God van Israël maar koopt eigen en eigengemaakte goden om, om voor hen te zorgen. Dat die goden niet werken blijkt pas als die volken overwonnen zijn, dan verdwijnt hun god en verdwijnt meestal ook dat volk als zelfstandige eenheid. De God van Israël doet het anders en wil het anders. Daarom heeft die God een groep slaven uitgekozen en bevrijd uit Egypte. Die groep slaven werd tot een volk gemaakt dat een begin maakte in de woestijn. Daar kreeg het richtlijnen van die God om in het nieuwe land dat ze kregen een echte menselijke samenleving in te richten. Ze zouden namelijk een voorbeeld moeten worden voor alle andere volken. Ze kregen dan ook de overtuiging dat er ooit een dag zou komen dat alle volken hun samenleving zouden inrichten volgens de richtlijnen die aan Israël waren gegeven. Daarom zijn we het met een deel van de richtlijnen uit het gedeelte van vandaag niet eens. Wij willen dat onze samenleving zo is ingericht dat iedereen in nood geholpen wordt, dat niemand meer slaaf is. Wij willen dat iedereen gaat beseffen tot hetzelfde volk te behoren waarvoor de God van Israël met Noach een verbond heeft gesloten. Wij kunnen dat verhaal vertellen aan iedereen op aarde, aan ieder in zijn eigen taal, totdat de aarde voltooid is. Slavernij is dus overal en altijd verkeerd en onmenselijk, ook vandaag en ook in onze geschiedenis.

Plaats een reactie