Als een hut die schaduw biedt

Jesaja 4:2-6

2 ¶  Op die dag zal de HEER het land tot bloei brengen, het zal als een kostbaar sieraad zijn. De rijke vrucht van het land zal elke Israëliet die ontkomen is met trots vervullen. 3  Ieder die nog in Sion is, ieder die in Jeruzalem is achtergebleven, zal heilig genoemd worden, alle mensen in Jeruzalem die ten leven opgeschreven zijn. 4  Wanneer de HEER het vuil van Sions vrouwen heeft weggewassen en het bloed van Jeruzalem heeft afgespoeld, door een zuiver oordeel en een zuiverend vuur, 5  dan zal hij boven de plaats waar de Sion ligt en waar men bijeenkomt, een wolk scheppen voor overdag en een lichtend vuur met rook en vlammen voor de nacht. Zijn luister zal alles overdekken, 6  als een hut die schaduw biedt in de hitte van de dag, en beschutting tegen storm en regen. (NBV)

In het gedeelte dat we vandaag lezen uit het boek van de profeet Jesaja worden een aantal typisch Bijbelse beelden bij elkaar gezet. Uit het verhaal over de uittocht uit Egypte kennen we het beeld dat God in een wolk overdag vooruit gaat en in een vuurkolom in de nacht. Die wolk en die vuurkolom worden nu als bescherming boven de Tempelberg gesitueerd. De berg Sion in Jeruzalem herbergt immers de richtlijnen voor de menselijke samenleving zoals die in de woestijn aan het volk Israël door God werden geschonken en die het hart van het volk vormen. Het boek van de profeet Jesaja gaat over de bedreigingen die uiteindelijk zouden leiden tot de ballingschap in Babylon.  Het zijn donkere tijden, niemand is zeker van de toekomst.

Bezit telt niet meer want vijanden kunnen het elk ogenblik plunderen. Dan komt Jesaja met de boodschap dat delen met elkaar de bescherming biedt die iedereen nodig heeft. Zwakke mensen worden sterk als ze met elkaar weten te delen. Vrouwen hoeven zich niet te verkopen als ze samen weten te staan. Dan wordt de stad waarin je woont als een hut die schaduw biedt in de hitte van de dag, beschutting tegen storm en regen. Jaren geleden, toen de economie weer eens in een dal schoot, nam een Pastor het initiatief om in zijn stad de diaconieën van de kerken en de hulpverleners van de kerken bijeen te roepen in een honger en kou overleg. Hij had de roep van de armen in de stad gehoord. Eén van de hulpverleners stelde toen voor om niet meer eenzijdig als kerk de armen te helpen maar een organisatie op te zetten waar kerken en mensen met een uitkering gelijkwaardig de hulp gestalte zouden geven. Ze noemden dat ISBA, in het kerkslavisch betekent dat schuilhut.

Het is de hut die in dit gedeelte van het boek van de profeet Jesaja genoemd wordt. De organisatie bestaat nog steeds. Ze leent geld aan de armen als de gemeente niet snel genoeg is met een uitkering en signaleert naar de overheid tekortkomingen in de hulpverlening. Kerken helpen zo armen stem te geven aan hun noodsituatie. De gemeente heeft geleerd naar hen te luisteren want het is niet het zwakke handjevol armen dat roept om hulp, het zijn de leden van de diverse kerkgenootschappen, rijk en arm, die de stem van de armen versterken en het hebben over recht en gerechtigheid. De zorg voor de armen is zichtbaar verbeterd. Armoede is niet verdwenen, armen hebben we immers altijd bij ons, maar de schuilhut, op basis van de richtlijnen voor de menselijke samenleving, functioneert. En altijd kan een schuilhut aan de armen geboden worden, overal, ook aan de armen die in wanhoop via de Middellandse Zee aan onze deuren kloppen.

Plaats een reactie