We weten het niet.

Marcus 11:27”“12:12

 

27 ¶ Ze kwamen weer in Jeruzalem aan. Toen Jezus zich in de tempel ophield, kwamen de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten van het volk naar hem toe 28 en vroegen hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? Wie heeft u het recht gegeven om zo te handelen?’ 29 Jezus antwoordde: ‘Ik zal u een vraag stellen; als u me daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik zo handel. 30 Doopte Johannes in opdracht van de hemel of in opdracht van mensen? Antwoord mij.’ 31 Ze overlegden met elkaar en zeiden: ‘Als we zeggen: “Van de hemel, ”zal hij zeggen: “Waarom hebt u hem dan niet geloofd?” 32 Maar als we zeggen: “Van mensen, ”wat dan?’ Ze waren namelijk bang voor de menigte, want iedereen hield Johannes voor een echte profeet. 33 Dus zeiden ze tegen Jezus: ‘We weten het niet.’ En Jezus zei tegen hen: ‘Dan zeg ik ook niet op grond van welke bevoegdheid ik die dingen doe.’ 1 ¶ Hij begon tegen hen te spreken in gelijkenissen: ‘Een man legde een wijngaard aan en omheinde die. Hij groef een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Hij verpachtte de wijngaard aan wijnbouwers en ging op reis. 2 Na verloop van tijd stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om zijn deel van de opbrengst van hen te ontvangen; 3 maar ze grepen hem vast, mishandelden hem en stuurden hem met lege handen terug. 4 Daarna stuurde hij een andere knecht naar hen toe, die ze in het gezicht sloegen en vernederden. 5 Hij stuurde nog een derde, die ze doodden, en nog vele anderen; sommigen werden door de wijnbouwers mishandeld en anderen werden door hen gedood. 6 Ten slotte was alleen nog zijn geliefde zoon over; die stuurde hij als laatste naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. 7 Maar de wijnbouwers zeiden tegen elkaar: “Dat is de erfgenaam. Kom op, laten we hem doden, dan is de erfenis van ons.” 8 Ze grepen hem vast en doodden hem en gooiden zijn lichaam buiten de wijngaard. 9 Wat zal de eigenaar van de wijngaard daarna doen? Hij zal zelf komen om de wijnbouwers om te brengen en hij zal de wijngaard aan anderen geven. 10 Hebt u deze schrifttekst dan niet gelezen: “De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden 11 Dankzij de Heer is dit gebeurd, wonderbaarlijk is het om te zien.”’ 12 Daarop wilden ze hem gevangennemen, want ze wisten dat hij hen op het oog had bij het vertellen van deze gelijkenis, maar ze waren bang voor de reactie van de menigte. Dus lieten ze hem staan en gingen weg. (NBV)

We hebben er zo’n mooi woord voor, legitimering. Zijn je daden legitiem, ofwel is er een wet of voorschrift waarop je je kunt beroepen. of nog mooier, is er een autoriteit die je een opdracht voor je gedrag heeft gegeven? Een diaken uit Wijchen die terecht stond omdat ze een uit te zetten gezin had helpen inpakken beriep zich op haar ambt, ze was immers door haar kerk aangesteld om de armen te helpen en dus kon ze niet anders dan de kinderen in haar armen nemen toen die werden uitgezet met hun ouders. De rechter sprak haar dan ook vrij van de beschuldiging zich onnodig bemoeit te hebben met de uitzetting. Maar wie springt in de bres voor de andere kinderen en jongeren, afgestudeerd in Nederland soms die door een angstige samenleving met uitzetting worden bedreigd? Doen we dat omdat een God wil dat we op goede voet met vreemdelingen komen, of omdat onze godsdienst zegt dat je je naaste lief moet hebben als jezelf? Het is het soort vragen dat Jezus stelt aan de mensen die vragen op grond waarvan hij de voorhof van de Tempel heeft gereinigd van handelaars en geldwisselaars.

Een samenleving waar de voorhof van de Tempel een marktplaats is geworden en waar voor samen maaltijd houden geen plaats meer is. In het verhaal van Jezus van Nazareth zwijgen de vraagstellers op dit punt, maar de protesten tegen de wreedheid van een absurt beleid mogen niet tot zwijgen worden gebracht. Die protesten zijn een opdracht van ons geloof. Ons niet aflatend geloof in een samenleving waarin mensen niet apart worden gezet vanwege hun geloof of afkomst maar juist de toetssteen vormen voor de vraag of wij de Wet van de God van Israël willen volgen zoals ons voorgeleefd is door Jezus van Nazareth. Soms kun je die boodschap niet vaak genoeg herhalen. We hebben dan ook vier evangeliën die de boodschap elk op een eigen manier vertellen. Maar vergelijkingen, gelijkenissen, zijn een enkele keer behulpzaam om de bedoeling van je boodschap te verduidelijken. Natuurlijk moet je daar voorzichtig mee zijn. Elke vergelijking gaat immers mank. Nooit is een analogie geheel dezelfde maar het kan genoeg duidelijk maken.

Jezus van Nazareth hield er van zijn boodschap in vergelijkingen te gieten, de gelijkenissen, korte verhaaltjes die zijn boodschap duidelijk moeten maken. Dat geldt ook voor deze gelijkenis van de knechten in de wijngaard die weliswaar knechten blijven maar iedereen wijs maken dat ze de baas zijn en daartoe boodschappers van de heer van de wijngaard zelfs weten te mishandelen of te doden. De religieuze leiders van die tijd voelden zich aangesproken, hij maakt ze immers uit voor criminelen. Dat gaat toch wel een beetje ver. Zo sterk durven we het tegenwoordig bijna niet meer te brengen. Het offeren in de Tempel is door het optreden van die Jezus onmogelijk geworden. De geldwisselaars en offerdierverkopers zijn immers verdreven. Dat het offeren betekent dat je samen een maaltijd houdt, dat de dienaren van de Tempel er voor zijn om toezicht te houden op een goed verloop van die maaltijd en dat iedereen daaraan mee kan doen, dat wordt vergeten. Uiterlijk vertoon heeft de plaats ingenomen van het oude godsdienstige handelen dat gericht was op samen leven en samen delen. Wij moeten in onze dagen bijvoorbeeld politici blijven herinneren aan hun plicht namens ons te zorgen voor een rechtvaardige samenleving waarin we in vrede met elkaar kunnen leven. In elk geval ook tot iedereen in ons land mee kan doen met de samenleving en niet het gevaar loopt apart gezet te worden vanwege een geloof, levensovertuiging, leeftijd of sexuele voorkeur. Een wijngaard kan een ideale samenleving zijn als we maar niet denken dat we het exclusieve recht op de vruchten van de wijngaard hebben. Ook de vruchten van onze wijngaard zullen gedeeld moeten worden, ook vandaag.

 

Plaats een reactie