Hoogste Heer en koning

Openbaring 19:6-16

Het Oranjehuis kan zich in Nederland in een grote populariteit verheugen. Dat is mooi. De Koningin heeft niets te vertellen, we hebben immers een democratie. De Koningin is in Nederland een soort ambtenaar die als taak heeft die democratie goed te laten verlopen en daarop toe te zien. Maar wie de wetten en officiële stukken ziet zal leren dat onze vorstin “bij de gratie Gods Koningin der Nederlanden” is. In ons Koningshuis wordt de hoogste Heer en Koning, God zelf, aangeroepen. Wat dat betekent leren we uit dit stukje uit de droom van de gevangene van Patmos. Die gevangene was gedwongen te werken ter ere van de Heer, de Keizer zeggen we tegenwoordig, van het Romeinse Rijk. Dezelfde Heer die de Tempel in Jeruzalem had laten verwoesten. Maar was ook die Heer niet een Keizer bij de Gratie Gods? In de geschiedenis van de Romeinse Keizers had dit een dubbele betekenis. Voor Christenen was hij inderdaad slechts keizer zolang God dat behaagde, maar voor Romeinen was hij net zolang Keizer zolang hij niet door een opvolger vermoord werd. Ook die opvolger zou zich uitroepen tot god en zo was elke keizer Heer van het Romeinse rijk zolang het zijn God-opvolger behaagde. Een keizer begon met een intocht vol pracht en praal, zoals ook onze Koningin werd ingehuldigd met pracht en praal en zoals ooit haar opvolger zal worden ingehuldigd met pracht en praal. Maar ook de Hoogste Heer en Koning werd ingehuldigd met pracht en praal, de menigte juichte zo hard dat het wel leek op het geluid van geweldige watermassa’s en krachtige donderslagen. Eindelijk zal al het goede dat is gedaan overwinnen. Daar mogen wij dus ook aan bijdragen door het goede te doen en niet dan het goede. Dan moet je de dienaren van de Heer niet aanbidden maar God zelf, die verschijnt in deze droom op een wit paard. “Trouw en betrouwbaar” en “Woord van God”, zijn de opschriften in de optocht. Het spreekt bijna voor zichzelf. Elders stond al eens dat het woord van God als een tweesnijdend zwaard zou zijn. Dat wordt hier nog eens herhaald. Want de opdracht was te profeteren. Dat is niet zozeer de toekomst voorspellen zoals een waarzegger op de kermis doet, maar de waarheid te zeggen over wat er eigenlijk aan de hand is. En hier is aan de hand dat niet de Keizer de hoogste macht heeft maar God zelf. In ons vorstenhuis wordt dat erkend. Onze Koningin regeert als dienares van het volk. Ze staat boven de partijen. Het volk zelf zal daarom rechtvaardig en betrouwbaar moeten zijn. Wijzelf zullen de heiligen mogen zijn die bijdragen tot de overwinning van het goede. Daarom zal ook vandaag onze aandacht moeten uitgaan naar de minsten onder ons, naar de mensen die recht gedaan moeten worden, juist omdat we een volk zijn, bij de gratie Gods, onder de heerschappij van de Hoogste Heer en koning.
 

Plaats een reactie