Want waar je schat is..

Matteüs 6:19-34

Het zijn beelden uit lang vervlogen tijden. Schatkamers uitgraven om je schatten op te slaan. Schatkamers waar dieven zich een weg naar toe kunnen graven om de schatten te stelen. Zo doen we dat niet meer. De echte schatten zetten we op de bank en kunstschatten en kostbare voorwerpen bewaren we thuis, achter hoge hekken voorzien van kostbare beveiligingsapparatuur en bewaakt door kloeke veiligheidsfunctionarissen in dienst van grote organisaties. En als je dat zo op een rijtje zet dan besef je weer waar deze passage uit Matteüs over gaat. In de kerken is het de gewoonte om de 40 dagen voor het Paasfeest te vasten. Dat betekent dan sober leven, geen alcohol of deftige spijzen. Jezus van Nazareth waarschuwt er voor daar geen show van te maken. Je vast niet om goed gevonden te worden maar om goed te doen. Zo ga je ook om met je schatten. Als je die hebt ben je in staat een stukje hemel op aarde te brengen. Door ze te delen met hen die ze nodig hebben namelijk. Dan heb je die banken en die veiligheidsdiensten, noch de hekken en installaties nodig. Ook het geld dat je daar aan kwijt zou zijn kun je dan delen met hen die niets hebben.

Hoe je naar mensen kijkt maakt uit wie je bent. Kijk je naar mensen als voorwerpen die je genot kunnen bevredigen en die je na afloop desnoods door een vriendje in zee kunt laten dumpen? Kijk je naar dingen om er mee te kunnen pronken en duur te kunnen doen? Mensen stralen uit wat ze zijn, dat betekent hoe ze naar mensen en dingen kijken. Iemand die verliefd is straalt, van iemand die van mensen houdt wordt gezegd dat die een warme persoonlijkheid bezit. Van iemand die naar mensen kijkt als waren het voorwerpen wordt gezegd dat die een koude en onpersoonlijke blik heeft. Mensen gruwen er van. Kijk vandaag eens om je heen en ervaar hoe je kijkt en dus hoe je gezien wordt.
Op de televisie zagen we laatst een huisvader uit de Libanon die vertelde over de situatie in zijn land. Hij was bouwvakker maar al sinds een paar jaar werkloos. Elke dag trok hij er op uit om werk te zoeken en slechts af en toe slaagde hij daarin. Hij was gefilmd in zijn huiskamer, naast hem zaten zijn twee zeer jonge kinderen en tegenover hem zijn vrouw. Hij vertelde schijnbaar onaangedaan dat ze alleen konden eten als hij had gewerkt, anders moesten de kinderen zonder eten naar bed. Ze aten in elk geval nooit meer dan één keer per dag. Zijn vrouw vertelde dat ze geen geld meer hadden om melk voor de kinderen te kopen dat was nog het ergste. Hoe moet je die mensen nu uitleggen wat er hier in de Bijbel staat? Je hoeft ze het waarschijnlijk niet uit te leggen. Zij zullen zich niet meer afvragen wat ze zullen eten of wat ze zullen drinken of waarmee ze zich zullen kleden maar of ze zullen eten en of ze zullen drinken en of ze iets zullen hebben om aan te trekken.

In onze rijke samenleving pijnigen we ons met onzinnige keuzes. Moeten we onze ogen een millimeter liften om er jonger uit te zien? Welke kleur haarspoeling neemt de vrouw en welke past daar voor de man bij? Voor Jezus van Nazareth zijn het keuzes voor de heidenen. Voor gelovigen gaat het om het Koninkrijk Gods, om de vraag dus hoe we kunnen delen met dat gezin in de Libanon, met de mensen aan de rivier in Birma na de storm, of die Chinezen na de aardbeving die zelfs nog geen tent hebben om in te wonen. We weten heel goed dat als we bereid zijn om te delen er genoeg is om voor iedereen te zorgen. Voor het gezin in de Libanon is er vrede in de regio nodig, rechtvaardigheid voor de Palestijnen en veiligheid voor de Israëli. Er tal van armen waarvoor de keuzes die we maken oneindig veel belangrijker zijn dan de vraag hoe wij de buren overkomen en of we wel gewild en modern genoeg op ons werk verschijnen. We kunnen geen twee heren dienen. De God van Jezus van Nazareth dienen en de god van winst en profijt dienen gaat niet samen. Het geld dat we aan overbodig voedsel en overbodige make up uitgeven kunnen we niet delen met de hongerigen, de daklozen, de zieken en gehandicapten, de gevangenen en de armen in de wereld. De belofte die ons in dit verhaal gedaan wordt is dat, als wij delen, als we die armen weten te bereiken, al dat andere ons ook ten deel zal vallen. Maar wie heeft het nog nodig als je al het geluk zal zien dat straalt uit de ogen van de wanhopigen die weer een leven kregen. We kunnen het niet alleen, we zullen iedereen in die beweging mee moeten krijgen, we zullen de hele wereld er van moeten overtuigen, maar we mogen iedereen de bevrijding van de armen voorhouden, die komt.

Plaats een reactie