Onderricht in de synagogen

Matteüs 4:23”“5:12

In de Middeleeuwen zijn de Joden zwaar vervolgd. Die vervolging is gebleven tot in de twintigste eeuw toe en is uiteindelijk uitgelopen op de verschrikkelijke holocoust, een moord waaraan de zogenaamde Christelijke cultuur medeschuldig was. De Bijbel heeft over de verhouding tussen Joden en Christenen iets heel anders te vertellen dan dat Joden de moordenaars van hun bevrijder zouden zijn, de Christusmoordenaars. Het heeft na het begin van de beweging van de Weg, zeg maar na de Pinksterdag waarop de leerlingen van Jezus begonnen met het verkondigen van de opstanding van Jezus van Nazareth en het dopen van de gelovigen in zijn boodschap, nog eeuwen geduurd voordat er zich een echte scheiding tussen het Jodendom zoals wij dat kennen en het Christendom had voltrokken. Wat het Christendom betreft had dat ook meer te maken met de behoefte aan een wel omlijnde staatsgodsdienst dan aan overwegingen op grond van de Bijbel.

In het Nieuwe Testament wordt benadrukt dat de leer van Jezus van Nazareth een Joodse leer was. Iemand die elke Sabbath naar de synagoge ging was een wetsgetrouwe Jood, die hield zich aan de wetten van Mozes. Matteüs laat Jezus zelfs benadrukken dat er niets van de Wet van Mozes mag worden afgedaan. De uiterste zorgvuldigheid en de liefde waarmee mensen volgens die Wet bejegend moeten worden vormt het hart van de opdracht die de God van Israël zijn volk heeft gegeven. De discussie gaat over de letterlijke opvolging van die Wetten of de liefdevolle en liefde scheppende opvolging van die Wetten en die discussie mag ook vandaag in onze dagen in de kerken nog wel eens worden gevoerd. Binnen dit raam moeten we ook de zogenaamde zaligsprekingen lezen. De vertaling van het woord dat nu met gelukkig wordt vertaald levert de nodige problemen op.

Wij hebben geen woorden voor het op nummer één zetten van zwakken en zachtaardigen. Misschien moeten we mensen wel nobel prijzen, vroeger betekende dat edel, zoals in edelmetalen, door geen verontreiniging meer te treffen. Wie de hoofdstukken uit Leveticus over rein en onrein heeft gelezen begrijpt dat hier bedoeld wordt dat die mensen die hier gelukkig of zalig worden geprezen beantwoorden aan de bedoeling van de God van Israël met de mensen, door geen verontreiniging meer te treffen. De nederigen, de treurenden, de zachtmoedigen, die hongeren en dorsten naar gerechtigheid,  de barmhartigen, de zuiveren van hart, de vredestichters, de vervolgden omwille van de mensenrechten, degenen die als dogooders, of luchtfietsers worden uitgescholden omdat ze blijven werken voor een betere wereld, dat zijn de mensen die nu al bij dat nieuwe Koninkrijk horen. Schaam je er dus niet voor als je elke dag opnieuw weer die Weg kiest, die soms door een woestijn voert maar uiteindelijk naar de aarde van overvloed zal voeren. Je wint een Koninkrijk.

Plaats een reactie