Ze verslinden de huizen van de weduwen

Lucas 20:41-21:4

Over het voor de schijn opzeggen van lange gebeden zullen we het hier niet hebben. Dat heeft het Christendom al te veel schade berokkend. Jezus van Nazareth spreekt over de religieuze leiders van zijn tijd, maar de religieuze leiders van onze tijd kunnen er ook wat van. In alle tijden zijn er mensen die gekleed in fraaie kledij proberen eerbied af te dwingen terwijl ze ondertussen de armen uitpersen om zelf nog rijker te worden. Fraaie woorden en nog fraaier bezit moet het kwalijke van hun handelen verbloemen. Onder collectanten is al heel lang bekend dat je ook in onze dagen beter kunt collecteren in een wat armere wijk dan in een wijk met rijke bewoners. In die wat armere wijk haal je niet alleen naar verhouding meer op maar vaak ook nog gewoon nominaal veel meer, daar zitten de collectebussen veel voller. We kennen de procentuele loonsverhogingen die het verschil in salaris tussen de rijken en de armen jaarlijks verder vergroten maar we horen eigenlijk nooit over de procentuele giften.

Als je we de bereidheid tot geven zouden uitdrukken in procenten van het inkomen dan zouden we merken dat het percentage dat de armen geven vele malen groter is dan het percentage dat de meeste rijken geven. Er is sinds de dagen van Jezus van Nazareth principieel niet veel veranderd. Daarom blijft het verhaal hoogst actueel en dient het verhaal voortdurend verteld te blijven worden. De waarschuwing voor de heren in zwart gestreepte antraciet pakken en de dames in mantelpakken of goed gesneden broekpakken is ook vandaag geldig. Het zijn de mensen die de schuld van de armoede bij de armen zelf leggen. Die de duurste schoolreisjes en werkweken voor hun kinderen bepleiten en dan boos zijn dat mensen leningen af sluiten om ook hun kinderen dit schijnbaar goede te gunnen. Slechts zelden staat er tijdens de ouderavonden iemand op die vraagt om een meer sociaal beleid en een systeem van eerlijk delen waarbij alle kinderen mee kunnen doen zonder dat de ouders voor te zware lasten worden gezet.

In een samenleving waar steeds vaker ouders alleen hun kinderen groot moeten brengen en zonder buitenschoolse kinderopvang zelf de kost moeten zien te verdienen van de overheid moeten we eigenlijk veel meer op elkaar letten, en op de kosten waar we elkaar mee opzadelen, dan ooit het geval is geweest. Wie nog wel eens naar een kerk gaat ziet dat de uitspraken van Jezus van Nazareth er in elk geval toe hebben geleid dat bijna niemand meer vooraan durft te gaan zitten. Dat is een teken dat het met de lange schijngebeden en het opeten van de huizen van de weduwen nog lang niet gedaan is. Die mensen die zich van geen kwaad bewust zijn maar er naar verlangen opnieuw samen te vieren dat de armen bevrijding is aangezegd kunnen namelijk gerust vooraan gaan zitten. Stem geven aan de armen is volgens de Bijbel ook bidden, als zij het niet kunnen zeggen moeten we het zelf maar doen. Elke dag mag het weer opnieuw, ook vandaag.

Plaats een reactie