Alsof Israël zelf geen God heeft

2 Koningen 1:1-18

Ooit, toen het volk nog door de woestijn trok had de God van Israël gezegd een jaloerse God te zijn die geen  andere goden naast zich dulde. Als je dus andere goden gaat aanbidden zou het wel eens slecht met je af kunnen lopen. vooral als je voor herstel na een ongeluk ook nog naar de verkeerde afgod gaat. Er was waarschijnlijk best een Baäl die zorgde voor gebroken botten, maar de boden van Achazja waren op weg naar Baäl-Zebub, de Heer van de vlieg, die dus iets had tegen vliegenplagen en tegen infecties. En de bestrijding van jeuk helpt nu eenmaal niet tegen gebroken botten na een val uit het raam. Een profeet is iemand die dit soort verbanden ziet en dus ook weet hoe zo’n geschiedenis zal aflopen. Als we opletten, goed weten te luisteren en van mensen houden dan weten we ook vaak hoe dingen af zullen lopen, goed of verkeerd. Liefde voor de mensen is de sleutel voor het begrijpen van dit soort verhalen. Lang werken, veel roken, veel stress en verkeerd eten lijdt tot hart en vaatklachten of tot longkanker. Daar hoef je geen profeet voor te zijn om dat te zeggen.

Elia hoort de oproep om op weg te gaan om de waarheid van God te vertellen, de waarheid van de Liefde voor de mensen. Die waarheid is geen verkeerde goden te zoeken voor gezondheid en succes. Niet de goden van winst en profijt. Niet de goden die vragen om altijd de beste te willen zijn, die van alles in het leven een idol strijd willen maken en van week tot week willen meten hoe populair je wel niet bent. In de Bijbel wordt opvallend vaak als opvolger de tweede zoon gekozen met voorbijgaan van de eerste. Dat is om ons voortdurend aan het denken te zetten. Die God van Israël werd uiteindelijk gezien als de God van de hele aarde en de hemel. Waar je ook als mens aan kunt denken, God gaat er over, die God gaat er met je mee heen. Een aparte God voor gebroken botten is dus niet nodig, een aparte God voor healings is er niet. God heeft dokters gegeven en mensen die de mensen zo lief hadden dat ze gingen snappen hoe verschrikkelijke ziektes bestreden konden worden.

Maar het klinkt wreed, een God die met een bliksemschicht 102 man dood. De Germanen hadden vroeger ook zo’n God, Donar noemden ze die. Die God reed op een paard langs de hemel en smeed met bliksemschichten. Bij de Grieken deed de oppergod Zeus dat. Bliksem heeft de mensen dus altijd verbaasd en bang gemaakt en bliksem was bij uitstek een goddelijk wapen. Maar daar gaat dit verhaal niet over. Het gaat over bevelhebbers en hoe die met hun mensen omgaan. Die eerste twee bevelhebbers zouden in de Eerste Wereldoorlog hebben kunnen meevechten. Het enige dat bij de bevelhebbers van toen telde was het doel, hoeveel mensen daarvoor moesten sterven deed niet ter zake.Ook niet als dat doel niet werd gehaald, dan werd het ijskoud overnieuw geprobeerd.Zulke bevelhebbers komt Elia ook tegen. Ze noemen hem Godsman en denken met soldaten de Godsman, en daarmee ook God zelf, naar hun hand te kunnen zetten. Daar vergissen ze zich in. God is niet naar iemands hand te zetten en wie beweert macht over God te hebben is al dood. Dat blijkt dus.En zoals in heel veel volksverhalen is drie maal scheepsrecht en heeft pas de derde bevelhebber in dit verhaal door waar het om draait. Niet om de macht maar om het leven. Het leven van zijn mannen en misschien het leven van de Koning wel. Zo gaat dat in het leven. Kies daarom ook vandaag voor het leven.

 

Plaats een reactie