De grond die ik van mijn voorouders heb geërfd

1 Koningen 21:1-29

Waar ging het ook al weer om? We hebben gelezen over Koning Achab, hoe goed hij was, hoe slim hij was getrouwd, hoe goed hij kon profiteren van een overwinning in de oorlog. Maar we leerden ook dat profeten niet zomaar alles konden zeggen, Elia moest vluchten naar de woestijn. Nu is dus de vraag hoe goed of hoe slecht Achab eigenlijk was. Daarvoor moeten we het verhaal van vandaag nauwkeurig lezen. Want ook de machthebbers van vandaag maken gebruik van de taktieken die in dit verhaal gebruikt worden. We hebben het over een Koning die een paleis heeft en daarnaast een wijngaard ziet die hij als groententuin zou kunnen gebruiken. Die koning stelt een ruil voor. Tot zover is er niks aan de hand. Dat voorstel is het goed recht van de koning. Maar de eigenaar van de wijngaard, Nabot, dat betekent vruchten, weigert de akker te ruilen of te verkopen. Hij beroept zich op de verdeling door Jozua. Deze akker was bestemd om ook zijn familie, ook in moeilijke tijden, een kans op overleven te geven. Zelfs als ze die akker zouden hebben moeten verkopen uit armoede dan zouden ze die na 50 jaar weer terugkrijgen.

Dat weigeren was goed recht van Nabod. Hiermee zou het verhaal afgelopen hebben moeten zijn. Maar de vrouw van Achab, Izebel, dat betekent Baäl prijst, liet het er niet bij zitten. De invloed van de vruchtbaarheids-godsdienst laat zich gelden. Die godsdienst van winst en profijt werkt net als vandaag de dag met list en bedrog.  Het begint met de dreiging van een ramp of een oorlog op te roepen. In Israël deden ze dat in de dagen van Achab door een vastendag uit te roepen met een volksvergadering. Dan moest er wel wat aan de hand zijn. Dan komen er twee getuigen die Nabod beschuldigen van godslastering. Ook de stadgenoten van Nabod laten zich er toe verleiden. Alsof hij massavernietigingswapens klaar had om een aanval op het paleis te laten doen. Het loopt dus slecht af met Nabod.
Elia is een diplomaat, de scherpe straf die God hem opdraagt te brengen aan Koning Achab, de honden zullen jouw bloed oplikken op de plek waar ze ook het bloed van Nabod hebben opgelikt, brengt hij in keurige diplomatieke taal over. Het is niet minder effectvol. “Je hebt een moord gepleegd” is het oordeel van Elia.

Achab toont berouw, hij laat op gepaste wijze zien dat hij verdriet heeft, hij trok een boetekleed aan. Dat moet je letterlijk nemen, tegenwoordig is sorry zeggen ook al het boetekleed aantrekken maar dat ziet men maar even. Bij Achab kon je dat boetekleed dag en nacht zien. Achab werd heen en weer geslingerd tussen twee culturen. De cultuur van Elia, met een strenge aanbidding van de God van Israël met uitsluiting van andere goden en de cultuur van Izebel die van de God van Israël niets wil weten maar die de vruchtbaarheidsgoden van Kanaän aanbidt, de goden van winst en profijt. Aan de cultuur van Izebel zal ook de zoon van Achab zich niet kunnen onttrekken. De grootheid waar Achab zich mee kan tonen, met belangrijke vrienden en al, is zo verleidelijk dat machthebbers daar altijd voor zullen gaan.  In de Bijbel staan er voortdurend mensen op die de grootheidswaan van regeerders aan de orde stellen. Uiteindelijk zullen in het verhaal van de Bijbel gelovigen, in die beweging van heb Uw-naaste-lief-als-Uzelf, gemeenschappen vormen die zich over de hele bewoonde wereld zouden verspreiden. Bij die beweging kunnen we ons ook vandaag weer aansluiten, om machthebbers als Achab te bewegen de goede weg te gaan, de weg van gerechtigheid en vrede.

Plaats een reactie