Ik ben helemaal geen profeet

Amos 7:10-17

Het woord van Amos blijft niet zonder gevolgen. Hij wordt aangeklaagd door de priester Amasja bij de Koning, het volk zou wel eens naar hem kunnen gaan luisteren. Het volk is namelijk niet helemaal achterlijk. Meestal schikken ze zich wel in de nukken van de bovenlaag, van de rijken. Zo lang ze zelf te eten hebben en er vrede in het land is kan het toch handig zijn het regeren maar aan een kleine groep uitverkorenen over te laten. Maar in de dagen van Amos neemt de dreiging van de wereldmachten toe en mislukt de oogst ook nog eens door een sprinkhanenplaag. Dan zijn die decadente rijken met hun ivoren paleizen, hun ivoren bedden een bron van ergernis. Zij sluiten bondgenootschappen met landjes die even zwak zijn, zij hebben te eten als het volk honger lijdt, bij hen kan het allemaal niet op. Het maakt het volk boos en onzeker. Amasja heeft dat goed door en de Koning moet zijn macht gebruiken om het gevaar voor de bovenlaag te keren.

In onze dagen laat de kerk zich niet zo gemakkelijk meer gebruiken om het volk rust te geven. Wie in deze dagen ook in de kerk uit het boek van de twaalfprofeten over Amos leest kan er niet om heen dat er veel parallellen te trekken zijn tussen onze samenleving en die van Amos. Ook hier is een bovenlaag die voortdurend buiten schot gehouden wordt. Terwijl de mensen die zorg nodig hebben die niet meer krijgen en afhankelijk worden van liefdadigheid van familie, vrienden en buren worden de inkomens en vermogens van de rijken buiten schot gelaten. Geen wonder dat Amos duidelijk maakt niet een prediker te zijn die aan zijn religie een goed bestaan ontleent maar een schaapherder en een vijgenkweker is. Zit iedereen in Israël in tijden van vrede niet onder zijn vijgenboom? En is de goede herder niet de man naar Gods hart die het beste het volk één kon maken en beschermen tegen de rovers uit het buitenland? Amos herinnert aan de richteren en aan David. Zo zou de bovenlaag van Israël moeten zijn.

Niet dus zoals de bovenlaag van Israël is. Waar overspel in de steden onder de rijken aan de orde van de dag is. In Israël was overspel door een getrouwde vrouw een schande voor haar man. Een band als gelijken waarbij ze één vlees waren geworden was kennelijk verwaarloosd en verbroken. Daar zijn er dan twee voor nodig was de redenering. Voor ons is overspel in de hogere kringen een bron van amusement waar veel geld mee te verdienen is. Het leidt ons gemakkelijk af van de vraagstukken waar het werkelijk in onze samenleving om gaat. We maken ons drukker over het handelen van een Nederlandse mevrouw die in Duitsland televisieprogramma’s presenteert en in de Rooms Katholieke Kerk aan een voetballer heeft beloofd eeuwig trouw te zijn dan om het lot van gezinnen die door de overheid gedwongen in onze parken en steden rondzwerven, zonder huis en zonder inkomen. Het zal duidelijk zijn waar volgens de Bijbel onze aandacht naar moet uitgaan. Die aandacht kunnen we elke dag opnieuw schenken, ook vandaag weer.

Plaats een reactie