Nog geen draad of schoenriem

Genesis 14:17-24

Bij oorlog hoort oorlogsbuit, zo was het, zo is het en zo lijkt het altijd geweest te zijn. Niet helemaal altijd, de Bijbel beschrijft de zaken altijd anders dan wij gewend zijn. Abram ziet er al bij de eerste oorlog die er in de Bijbel wordt beschreven van af om oorlogsbuit mee te nemen. Iedereen krijgt terug wat een ieder ontstolen is. Alleen de bondgenoten van Abram worden beloond. Daarom heeft de overlevering hier ook die merkwaardige priester koning Melchizedek ingevoegd. Abram had in Charan een visioen van een God gehad die hem op weg naar Kanaän stuurde. Nu ontmoet hij een Koning die zich priester noemt van diezelfde God. Een God die niet alleen bij de stad van die Koning hoorde maar bij de hele hemel en de hele aarde. Zo geloofde Abram ook in zijn God. Heel langzaam begint het door te dringen dat veroveren tot lijden voert en dat delen het meeste opbrengt.

Delen van land, delen van goederen, delen van hulp, brengt uiteindelijk vrede en voorspoed. Je kunt niet alle rampen en ongelukken op de wereld voor zijn en voorkomen. Je kunt de wereld wel zo organiseren dat de mensen geen slachtoffer meer worden van elkaar en als ze slachtoffer worden van natuurrampen dat alles aanwezig is waarmee mensen elkaar kunnen helpen. Zo ver zijn we nog lang niet. Jezus van Nazareth zou door Paulus later ook vergeleken worden met die Priester naar de orde van Melchisedek. Waar die vandaan gekomen was als Priester en Koning was niet altijd even duidelijk, maar dat hij de bedoelingen van de God van Israël had verstaan was voor geen misverstand vatbaar. Net als Melchisedek, net als Abram ook, had hij de mensen geholpen zonder er zelf beter van te willen worden.

Het is Abram die een revolutionair principe heeft geïntroduceerd in de internationale samenleving. We herkennen dat pas heel voorzichtig in onze dagen. Abram ging op vredesmissie. Hij liet zich niet inhuren als huursoldaat, als krijgsheer met een legertje dat leefde van het oorlogvoeren voor Koningen uit Kanaaän. Nee Abram zet zijn missie in het teken van recht en gerechtigheid en van de God van vrede, die God die hem uit zijn gewone omgeving had gedreven op weg naar een land waar een groot volk zou kunnen wonen. Nu had hij een Priester ontmoet van een God die over de hele wereld zou gaan en waar vrede voorop zou moeten staan. Vrede, zo had Abram in deze oorlog wel geleerd, was een absolute voorwaarde om een volk in welvaart en welzijn te laten groeien. Niet alleen je eigen vrede maar ook de vrede van de andere volken. Die ontdekking moeten we ons weer in herinnering brengen iedere keer als ons gevraagd wordt in te stemmen met vredesmissies van de internationale gemeenschap. Naar vrede streven moeten we nog elke dag, ook vandaag weer.

Plaats een reactie