Dit einde had ze niet voorzien

Klaagliederen 1:1-11

Vandaag beginnen we te lezen in het boek de Klaagliederen, één van de vijf feestrollen. Feesten zijn bij het Joodse volk en in de Christelijke kerk iets anders dan in de wereld. Natuurlijk zijn er feesten met vreugde maar er zijn ook feesten met rouw. De Christelijke kerk kent haar Goede Vrijdag, als de kruisdood van Jezus van Nazareth wordt herdacht en het boek Klaagliederen wordt in de Joodse godsdienst gelezen op de negende dag van de maand av, de jaarlijkse rouw en vastendag waarop de verwoesting van de Tempel wordt herdacht. Het boek is geschreven tegen de achtergrond van de verwoesting van Jeruzalem in 586. Het bestaat uit 5 liederen van elk 22 strofen, voor elk van de letters van het Hebreeuwse alfabet één strofe. De oude Statenvertaling gaf die letters bij elke strofe ook keurig aan, in latere vertalingen is dat weggevallen. Het boek begint dus met de letter a en met het woord dat in onze vertaling Ach heet. Het oorspronkelijke Hebreeuwse boek heet dan ook Ach.

Vroeger dacht men dat de Klaagliederen van Jeremia waren maar moderne geleerden schrijven ze eerder toe aan tempelzangers die niet uit Jeruzalem verbannen waren. Die verbondenheid met Jeremia is zo vreemd nog niet. Die profeet beschreef de zware zonden die volgens het gedeelte van vandaag Jeruzalem tot een voorwerp van spot gemaakt hadden. Volgens Jeremia had men afgodsbeelden in de Tempel geplaatst, stond op elke hoek van de straat een beeld van Baäl en had men in de velden palen geslagen voor Asjera de vrouw van Baäl, moeder aarde, zodat de aarde vruchten zou geven. Als toppunt van schande stookte men een vuur waarin men kinderen offerde aan de god Moloch. Israël had helemaal de godsdienst van de omringende volken overgenomen. Want ja, die godsdienst van Israël was oud en het werd tijd voor iets nieuws. Bovendien was aan die godsdienst zo weinig te beleven. Nergens waren beelden en het belangrijkste was het delen met de armen en het zorgen voor de zwakken. Een beetje versiering in het leven mag dan toch wel en je kunt ook godsdienstig zijn als je een mooi beeld in het centrum van je godsdienst zet.

Een einde als dit, de verwoesting van Jeruzalem en de ballingschap had men niet verwacht. Vreemde soldaten die zo maar de Heilige vertrekken van de Tempel binnenliepen. De bevolking van Jeruzalem die haar kostbaarheden moest ruilen voor voedsel. Daar mogen wij dus ook wel voor oppassen nu we de Ontwikkelingssamenwerking ter discussie stellen en miljarden willen bezuinigen. De armsten in de wereld, de hongerigen, de naakten, de ontrechten, staan niet meer in het centrum van onze regeringsbeleid. Wij moeten het doen met stoken tussen bevolkingsgroepen en met het ontzeggen van het recht aan mensen een gezin te vormen zoals Izaäk en Jakob eens deden, die haalden hun bruiden uit een ver land waar hun voorvaderen hadden gewoond. Of het ook met ons zo slecht zal aflopen is natuurlijk maar de vraag, maar dat we ons mogen schamen voor de hongerdoden die dankzij ons beleid vallen in de wereld is duidelijk. Dat we er wat aan kunnen doen door ons extra in te zetten voor de armen in de wereld is ook duidelijk en dat kunnen we elke dag opnieuw doen, ook vandaag weer.

 

Plaats een reactie