Gelukkig de mens

Psalm 1
 
Vandaag openen wij het boek van de psalmen, en komen dan natuurlijk terecht bij de eerste psalm. We spreken wel over het boek van de psalmen maar als je dit boek nauwkeurig bestudeerd zul je merken dat er eigenlijk meerdere boeken zijn. Geleerden onderscheiden vijf verschillende boeken. Vijf psalmboeken lijken dan ook op de vijf boeken van Mozes waar de Bijbel mee begint. Bij al die boeken van Mozes kun je dus uitbundig zingen. Deze eerste psalm hoort overigens niet bij een van die boeken maar is speciaal vooraan de hele verzameling gezet. En deze psalm wijst speciaal naar de eerste vijf boeken van de Bijbel want in goed Joods gebruik worden die boeken de Wet genoemd. Ze vertellen het verhaal van de geschiedenis van God met de wereld, de mensen en het volk Israël. Met als hoogtepunt de tocht door de woestijn waar de mens bevrijd werd van slaveriij en te horen kreeg wat nu de bedoeling was van God met de mensen, God dienen boven al en je naaste liefhebben als jezelf.

Er zijn 150 Psalmen. Vroeger deed men of koning David ze allemaal had geschreven maar dat is natuurlijk onzin. Sommige Psalmen bezingen het leed van de ballingschap en die kwam pas eeuwen na koning David. Maar vandaag zingen we mee met de eerste psalm en die bezingt het volgen van de Wet van de Woestijn. Het houden van je naaste als van jezelf is niet zo eenvouidig als het klinkt en je bent gelukkig als je niet meegaat met hen die het kwaad doen, niet de weg van de egoïsten, de hebberts en de graaiers gaat, niet bij de spotters aan tafel zit. Die spotters kennen we allemaal , het zijn de mensen die het helpen van anderen belachelijk proberen te maken, die het hebben over de softies als je problemen zonder geweld wil oplossen, die alleen trots willen zijn op ziczelf en met vreemden niets te maken willen hebben.

Nee volgens deze psalm zijn die mensen gelukkig, die vreugde vinden in de Wet van God, die kunnen genieten van de vreugde in de ogen van de hongerige die gevoed is, van de bedroefde die getroost wordt, van het kind dat eindelijk naar school mag, van de gevangene die ook eens bezoek krijgt. Dat is een mens die lijkt op een vruchtbare boom, daar komt het goede uit voort. De Wet van de Woestijn is voor die mens als een beek met fris stromend water, daar kun je je dorst stillen, daar zit groeikracht in. Als je alleen voor jezelf wil zorgen dan zit er dood in de pot, dan ga je door de wereld met ruzie en geweld, dan ben je dag en nacht bang voor vreemdelingen en voor het vreemde dat andere mensen je bieden. Als je alle mensen tot hun recht wil laten komen dan is er geen plaats voor mensen die zich meer achten dan een ander. Zulke opscheppers vinden ook geen plaats in de kring van mensen die iets over hebben voor een ander. De eerste psalm daagt uit, Want als we dit lied willen meezingen, als we deze verzameling liederen willen meezingen, dan moeten we kiezen, waar willen we bijhoren, bij de wettelozen of bij de rechtvaardigen. Aan u vandaag weer de keus.

 

Plaats een reactie