Als een zuil van rook

Hooglied 3:6-11
 
Een feestlied over hoe het allemaal begonnen is. Het slavenvolk trekt zwervend door de woestijn het beloofde land binnen. In het Hooglied lopen de beelden van de twee geliefden en het beeld van het volk Israel als bruid van de Ene soms door elkaar. De meisjes hier geven weer commentaar en doen net of de bruidsstoet is samengesteld door de rijkste en meest wijze koning die Israel heeft gehad, Salomo. En was volgens Salomo het begin van alle wijsheid niet het ontzag voor de Wet van de Woestijn? Juist, en daar komt die bruid vandaan, van de Wet van de liefde. Prachtige beelden zijn het. Toch moeten we er ook mee oppassen. We moeten de beelden niet in rook doen opgaan. Het verhaal van Israel en het verhaal van Jezus van Nazareth moet, als we ze na vertellen, of als we er in mee willen doen, te maken blijven hebben met de werkelijkheid van alle dag.

Zo gemakkelijk laten we ons meeslepen met de prachtige taal zoals hier in het Hooglied wordt gezongen. Stille, oude kerken, met eerbiedwaardige orgels en hun plechtige galm, willen daar ook wel eens toe verleiden. De barre, boze, wereld hoort daarin immers niet thuis. Maar het gaat wel over die barre, boze, buitenwereld en hoe die moet veranderen in de wereld waarvan God zei dat die goed was. Mensen van de kerk vergeten dat nog wel eens gemakkelijk. We hebben soms net als Judas allemaal wel eens de neiging om de komst van het goede te forceren. Het afdwingen van dat wat je goed vindt zit ons allemaal in het bloed, fundamentalistische terroristen laten dat zien en behoeden ons hopelijk om aan die verkeerde neiging toe te geven.

Aan de andere kant staat dat de samenleving wel aangesproken moet worden op datgene wat er fout gaat. Er zijn ook nu nog Christelijke gemeenten waar men schrikt als  in de kerkdienst het opgenomen wordt voor asielzoekers of asielzoekerskinderen. Als er gevraag wordt de petitie te tekenen voor een pardon voor kinderen die hier al vijf jaar of langer zijn.  Toch is het de taak van de kerk de werkelijkheid van alle dag binnen te halen en onder de kritiek van de bijbel te stellen. De scheiding van kerk en staat betekent daarbij dat je in de kerk niet zomaar kan zeggen wat in de staat niet mag, maar dat je als kerk moet zeggen wat er in de staat fout gaat. Zodat de gelovigen weten waarmee ze aan het werk kunnen gaan, recht en gerechtigheid brengen, bijvoorbeeld ook voor de vreemdelingen in ons midden. Dan krijgen we een feest zoals in het Hooglied wordt bezongen.

Plaats een reactie