Daarvan getuigen wij.

Handelingen 3:11-26 
 
Dat de mensen die zich inzetten voor de armsten in de wereld dat niet zo maar uit de aardigheid doen is de boodschap die Petrus brengt in het gedeelte dat we vandaag lezen. Natuurlijk aalmoezen geven, zo af en toe een straatkrant kopen of iets in een collectebus stoppen is niet verkeerd. Maar daar veranderd de wereld niet door. De wereld veranderd door de opstanding van Jezus van Nazareth. Die overwon de dood. Zijn liefde ging niet verloren maar maakte een volledig nieuw begin mogelijk. Een nieuw begin dat zal uitlopen op een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Voor Petrus en Johannes was dat ook de betekenis van het gebeuren in de Tempel in Jeruzalem. Ze waren er erfgenamen van. Erfgenamen van de Wet van heb uw naaste lief als uzelf. Vanuit die wet krijg je echt oog voor de mensen langs de kant van de weg en kun je ze weer in beweging krijgen en een volwaardige plaats in de samenleving geven.

Petrus en Johannes werden niet beter van hun inzet. Integendeel, ze werden als onruststokers gezien. Een nieuwe andere samenleving betekent immers ook nieuwe en andere machtsverhoudingen. Niet de strak gesneden maatpakken, niet de afkomst of de rijkdom maken uit wie het te vertellen heeft, zelfs niet de mooie en hoge opleidingen die mensen genoten hebben, maar wie luistert naar het Evangelie van Jezus van Nazareth, wie luistert naar de boodschap van de bevrijding van de armen, die krijgt het voor het zeggen in die nieuwe samenleving. Wie onder ligt komt boven te liggen. Nu zijn mensen nog vaak machteloos in hun eigen omgeving. Ze verstaan elkaar niet meer, ze begrijpen elkaar niet, ze voelen zich door elkaar bedreigd. Niemand neemt het initiatief om een gesprek op gang te brengen, om mensen samen aan tafel te brengen, niemand luistert. Tot het woord van Jezus van Nazareth gaat klinken, Petrus en Johannes behoorden bij een groep die alles met elkaar deelden en daaruit kwam de kracht om de bedelaar aan het lopen te krijgen.

Waarom is de hele wereld er niet al lang vol van? Petrus suggereert toch dat na een korte periode van rust die nieuwe wereld zal aanbreken. Voor mensen die zich in het leven van liefde voor de naaste hebben gestort is het nieuwe leven inderdaad al begonnen. Er is geen mooier leven dan te mogen zorgen voor een ander, voor andere mensen, dichtbij en ver weg. Maar wil de aarde er vol van zijn dan zal iedereen mee moeten gaan doen. Dan zullen we moeten geloven dat de machten en krachten die nu schijnbaar de wereld regeren dat alleen kunnen omdat we ze de kans geven. Omdat we doen alsof de wetten van de financiële markten natuurwetten zijn en geen door de rijken bedachte en opgelegde wetten. Omdat we doen alsof staten nu eenmaal geregereerd kunnen blijven worden door dictators en onderdrukkers en omdat we niet willen geloven dat het alleen kan zolang we het samen in de wereld toestaan dat het zo gebeurd. We kunnen veranderen, we kunnen de wereld veranderen, door de Geest van Jezus van Nazareth. Elke morgen kunnen we opstaan en er opnieuw mee beginnen, ook vandaag weer.

Plaats een reactie