Ga achter mij Satan

Matteüs 16:21-28

Leuke meester was die Jezus van Nazareth. De ene dag prees hij de arme Simon, zoon van Jona,  als de rots op wie het nieuwe rijk gebouwd zou worden en de volgende dag werd dezelfde Simon uitgescholden voor Satan. En dat alleen omdat Simon Petrus het lijden, dat Jezus van Nazareth voorzag, wilde voorkomen. Er is toch niks beters dan het lijden, van iemand van wie je houdt, te voorkomen zou je denken. Nou niet helemaal. Als het gaat  omdat je nu eenmaal dingen moet zeggen en doen terwille van de liefde voor de mensen, dan moet gedaan worden wat moet worden gedaan. Als je daarbij het lijden dat het mee kan brengen niet uit de weg wil gaan is tegenhouden van dat lijden zelfs verkeerd. Zwijgen en het lijden ontlopen omdat de mensen dat nu eenmaal meer op prijs stellen is dan niet aan de orde.

En daarmee komen we in een knoop terecht in onze dagen. Bij ons is namelijk een stevig beleid uitgezet tegen radicalisering. Nu betekent radicalisering dat je doorgaat tot de wortel van het probleem. Er was eens een politieke partij die in begin van de jaren 70 van de vorige eeuw kwam met een verkiezingsprogramma onder de titel “nu is het meest radicale nog niet goed genoeg.” Problemen moet je bij de wortel aanpakken en degenen die problemen veroorzaken bij de naam noemen. Jezus van Nazareth noemde Simon  Satan. Dat mag dus niet meer. Niet zo vreemd trouwens. Een van de predikanten van de kerk van het CDA noemde de democratie een paar jaar geleden nog een uitvinding van de duivel, en een kenmerk van democratie is dat je mag zeggen en schrijven wat je vindt. De regering wil dan ook een actieprogramma met de moskeeën in ons land om de radicalisering tegen te gaan.

Je mag straks dus niet meer zeggen bijvoorbeeld dat je niet zomaar aan een vreemde vrouw mag zitten. Ook Lubbers was van het CDA nietwaar, en moest hij niet vertrekken bij de Verenige Naties omdat er geklaagd was dat hij zomaar aan een vrouw gezeten had? Vrouwtje Verdonk voelde zich ooit uiterst beledigd toen een Iman die regel uit de Islam ook in de praktijk bracht, hij weigerde haar een hand te geven. Je mag nog wel zeggen natuurlijk dat de democratie moet worden uitgeroeid, met de kerk van de predikant die daartoe opriep hoefde door de overheid niet gesproken te worden en het was kennelijk genoeg dat alleen het gemeentebestuur van Tholen er afstand van nam.

We komen er nog wel eens op dat het verdelen van een volk in groepen van 50 die afgevaardigden kiezen met wie de regering overlegd een uitvinding is uit de woestijn, maar dat verhaal staat in het boek Numeri. Bedoeld was het om de wet te kunnen toepassen die zegt dat je je naaste moet liefhebben als jezelf. Die democratie hebben we dus niet voor niks. Die is er niet voor om deftige dames en heren te verheffen, maar om respect te krijgen voor ook de minsten in de samenleving en er voor te zorgen dat iedereen, maar dan ook werkelijk iedereen, daar aan mee mag doen. Ook de vreemdelingen die onder ons wonen. Gelukkig dat we er nog elke dag aan mogen werken, zelfs al zal het lijden en tegenslag betekenen, Jezus van Nazareth is ons daarin voorgegaan, zijn voorbeeld navolgen, ook vandaag, is wat Christendom betekent.

Plaats een reactie