Moge de HEER je zegenen

Jeremia 31:23-34

Het is een oude wens die mensen elkaar toewensen, in het Engels “God Bless”, God zegen je. Bij ons is dat wat aan het verdwijnen maar we komen hem hier weer tegen als onderdeel van een droom over een ideale samenleving. Want dan kun je maar gezegend zijn met de woonplaats van gerechtigheid, dan ben jij niet alleen tot je recht gekomen maar dan zijn alle mensen tot hun recht gekomen. De zegenwens heeft een tweeledig karakter. Je wenst dat de ander het goed zal gaan, want gezegend worden door God betekent dat het goed met je gaat, maar je wenst ook dat het goede mag uitgaan van de ander want God zegent immers alleen hen die het goede doen en niet dan het goede. Daarom wordt aan de zegenwens gekoppeld dat dorstigen verkwikt zullen worden, uitgeputten weer kracht krijgen, vermoeiden rust krijgen en uitgerust weer ontwaken. Die nieuwe samenleving zal zo vruchtbaar zijn dat ze ingezaaid kan worden met mensen en dieren. En als we zien hoe we ook in onze dagen in staat zijn om van vruchtbaar land woestijn te maken, hoe goede voorzieningen voor mensen die het nodig hebben met een pennestreek ongedaan kunnen worden gemaakt en je hoort dan dat met dezelfde kracht en met dezelfde vaart ook de ideale samenleving tot stand gebracht kan worden dan gaat de verwachting op dat nieuwe rijk branden als een vuur. Dan hoef je kinderen niet meer na te wijzen als ze ouders hebben die verkeerd zijn maar dan zullen we in staat zijn kinderen zo op te vangen en groot te brengen dat ze geen schade meer hebben van het verkeerde gedrag van volwassenen. Er komt tussen God en de mensen dan een nieuw verbond. Niet meer een verbond van regeltjes en wegwijzers maar een verbond van Liefde. Iedereen kent immers de God die de mensen liefheeft en iedereen let immers net als die God op de minsten en de zwaksten en zorgt dat die met de nieuwe samenleving mee kunnen doen, gaan doen en blijven doen. Dit is niet de droom van iemand die geslaagd is in het leven en nu overpeinst wat er van het goede dat hem ten deel is gevallen allemaal kan komen. Maar dit is een droom van iemand die in hoogste nood zat. Zijn volk werd weggevoerd in ballingschap, hij moest vluchten naar een vreemd land dat ooit zijn voorouders in slavernij had gehouden. De profeet Jeremia is volgens het verhaal iemand die aan de onderkant van de samenleving belandt. Maar desondanks houd hij deze droom als boodschap van zijn God vast. Dat mogen wij ook. Ook al zijn de dagen nog zo duister, al drijven politieke krachten groepen in ons volk uiteen en zetten ze tegen elkaar op, al moeten de rijken beschermd worden door af te nemen van de armen. Wij mogen daar tegen opstaan en daarmee werken aan de nieuwe samenleving, de samenleving waarvan Jeremia droomde en waar wij aan mogen bouwen, dag in dag uit, ook vandaag weer.

Plaats een reactie