In de woestijn kreeg ik Israël lief

Jeremia 31:2-14

Wij kunnen het ons nauwelijks voorstellen, de God van Israël merk je pas bij de loosers, de mislukten, gevluchte slaven, ontsnapte gevangenen, hongerigen, zieken, lammen en blinden. Toen een groep slaven op de loop ging voor de machtige Farao van Egypte en in de woestijn terecht kwam toen ontmoetten ze daar de God van Israël, die God maakte hen tot een volk met een machtige wet en gaf hen een land dat overvloeide van melk en honing. Sinds die tijd wordt dat slavenvolk vergezeld door de God van Israël. En nu in het verhaal van Jeremia dat volk in ballingschap wordt gevoerd wordt het daaraan herinnerd. Dat volk zal weer dansen, dat zal weer de tamboerijnen laten klinken, dat volk zal weer wijngaarden planten en druiven eten van de eerste oogst.  Voor het eten van de eerste oogst van de wijngaard moet je vijf jaar kunnen wachten en als je in ballingschap gevoerd wordt kun je je nauwelijks voorstellen dat je vijf jaar de tijd krijgt om bij je wijngaard te wachten op de eerste oogst. En na de druivenoogst gaat iedereen naar Jeruzalem, naar de Tempelberg Sion om daar het Loofhuttenfeest te vieren. Niet langer zullen Noord en Zuid gescheiden van elkaar elk naar een eigen heiligdom gaan maar samen trekt met op naar de Tempel in Jeruzalem. Daar zal weer de wet in praktijk worden gebracht en zal men samen een maaltijd aanrichten met de armen, de familie de tempeldienaars en de vreemdelingen die bij hen werken. In het noorden ligt Babel waarvandaan de ballingen terug keren, maar er waren er ook die gevlucht waren naar Egypte onder meer, ook zij zullen terugkeren. En als je dan samen de maaltijd houdt bij de Tempel dan zijn daar ook de blinden en de lammen, de zwangere vrouwen en de vrouwen in barensnood die mee kunnen delen. Niet langer hoeven ze bang of bedroefd te zijn want het land is weer het land dat overvloeit van melk en honing. Het is de Heer die het volk verlost staat er. Er is maar één Heer, de koning die het volk in ballingschap voerde heeft niet het laatste woord, heeft niet de ultieme macht. Alleen de Heer die bevel gaf te delen heeft uiteindelijk alle macht. Daarom is er dan voor iedereen koren, wijn, olijfolie, geiten, schapen, koeien. Voor iedereen is er te eten. Ook in onze dagen lijken we te vergeten dat we alleen van delen rijker worden. Bij ons worden de rijken beschermd door van de armen te nemen ook wat ze net nog hebben. Wij zullen moeten beseffen dat het onbijbels is, dat het strijdig is met het volgen van de God van Israël, dat je dat nooit Christelijk kunt noemen en zeker geen Christen Democratie. Het gedachtengoed van de Bijbel staat haaks op de praktijken van onze regering. Gelukkig mogen gelovigen elke dag weer laten zien dat het anders kan en dat het anders moet. Dat mogen we ook vandaag weer laten zien.

Plaats een reactie