De liefde van Christus kennen

Efeziërs 3:14-20

Een liefde die alle kennis te boven gaat. Dat is nog eens wat anders dan iets dat alle verstand te boven gaat. Dat laatste dat is er en daar ben je dan zelf misschien nog te dom voor. Maar iets dat alle kennis te boven gaat is ook nooit te kennen. Dat is dus de liefde van Christus, de Messias, de bevrijder. Die kunnen we ons eigen maken, daar kunnen we ons handelen mee voeden, die kan dan in ons hart wonen. Want als we met ons verstand te werk zouden gaan dan zouden we iets anders doen. Je bent wel gek om je leven te besteden aan het voeden van de hongerigen, bevrijden van de gevangenen, rechtdoen aan de armen, troosten van de bedroefden en het stichten van vrede. Alleen als je je hart volgt en als de liefde van Jezus van Nazareth in je hart is dan ga je die dingen doen, dan kun je niet anders. Dan hoeft dat ook helemaal niks op te leveren, geen geld, geen eer, geen aanzien, geen goedkeuring van je omgeving. Het doen van die liefde voor iemand die het nodig heeft is je beloning genoeg. In het gedeelte dat we vandaag lezen gaat Paulus weer bidden voor die jonge gemeente in Laodicea die als gemeente van Efeze in de Bijbel terecht gekomen is. Zelfs de juiste naam voor de brief die aan hen geschreven is mochten ze niet meemaken. Maar volgens Paulus is God de Vader van elke gemeenschap of die nu in de hemel is of op de aarde. Je mag ook voor elke gemeenschap wensen dat die handelt in de Geest van die God van Israël. De armen recht doen, de vreemdeling behandelen als je eigen. Dan blijkt of de bevrijder zelf woont in je hart. Dan moet je wel geloven dat Jezus van Nazareth de bevrijder is, de gezalfde, dat er een bevrijder kan zijn van de verdrukking van de armen. Dan gaat die liefde wellicht alle kennis te boven maar je zult in elk geval begrijpen wat mensen als Paulus, als moeder Theresa, als Martin Luther King, als Alan Boesak, als Nelson Mandela, en al die andere mensen die streefden naar recht en vrede dreef en ook vandaag nog drijft. Dan wordt je zelf door dezelfde kracht gedreven en kan het je niet schelen dat je niet uitgroeit tot een even groot voorbeeld. Dan weet je dat je er bij hoort. Dat bidden is niet tevergeefs. Paulus bidt niet voor zichzelf, hij bidt niet voor verlossing uit zijn gevangenschap, niet voor een beter leven, niet voor succes in een carière of aanzien in het Romeinse Rijk. Hij bidt dat die jonge gemeente die de brief leest op de eerste dag van de week een lamp mag zijn die ontstoken wordt in een duistere wereld van dood en slavernij, dat in een wereld waar een leven niet telt  ineens een gemeenschap waar elk leven telt is ontstaan. Een gemeenschap die voor elkaar zorgt en voor ieder ander die de zorg en de liefde wil aanvaarden. Zulke gemeenschappen kunnen wij vandaag ook vormen. Als we werken voor een betere wereld dan vormen die gemeenschappen zichzelf, ook vandaag weer.

Plaats een reactie