De allerminste van alle heiligen

Efeziërs 3:1-13

Voorbidden is Paulus niet vreemd. Overal in zijn brieven vervangt het gebed van Paulus de directe communicatie. Want we mogen dan wel een aantal brieven van hem kennen, het schrijven van brieven en rondsturen was ook weer niet zo eenvoudig als vandaag de dag. En Paulus zat gevangen, dat maakte zijn bewegingsvrijheid nog minder. Maar Paulus had iets bijzonders meegemaakt. Hij had die volgelingen van Jezus van Nazareth in Jeruzalem vervolgd. Daarna was hij op weggegaan om ook de Christenen buiten Jeruzalem te vervolgen. En daar was hij als door de bliksem getroffen en had gezien dat juist die Jezus van Nazareth de Wet en de Profeten vervuld had zoals hij die zelf had willen vervullen. Hij had ingezien dat het vervullen helemaal nooit zou gaan door vervolgen maar alleen door liefhebben. En tot zijn grote verbazing hadden die Christenen hem opgenomen, onderwezen en hem hun zending in het Romeinse Rijk toevertrouwd. De liefde, die zoiets mogelijk maakt, is een geheim. Daar snapt nooit iemand iets van.  Nog steeds niet. We snapten niet dat een veelbelovend jong predikant als Alan Boesak met zijn jonge gezin Nederland, waar hij gestudeerd had, in de steek liet en naar Zuid Afrika teruggging om zich tegen het Apartheidsbewind te verzetten. Niemand snapte iets van Henri Nouen toen die een glanzende carière als hoogleraar en theoloog opgaf om zich te weiden aan doofblinden in Canada. Zo zijn er vele voorbeelden te geven van mensen die zich los maakten van de bestaande samenleving en haar idealen en zich gingen richten op de armen, op behoeftigen, op verdrukten. Of die, zoals een bisschop Romero in Latijns Amerika, of een bisschop Tutu in Zuid Afrika,  hun maatschappelijke positie gebruikten om op te komen voor de armen in hun samenleving. Zo buiten je eigen volk treden, buiten je eigen loopbaan  was in Israël ongehoord. Koningen waren koningen, priesters bleven priesters, en profeten stonden altijd buiten de gewone orde. Nu niet meer, de christelijke gemeenschap was een gemeenschap van koningen en priesters geworden die het werk van profeten deed. Paulus verbaast zich er nog steeds over dat hij daar een rol in mag spelen. De Apostelen  die met Jezus van Nazareth zijn opgetrokken komen daar veel meer voor in aanmerking. Hij is pas bekeerd toen het lijden en de opstanding van Jezus van Nazareth al achter de rug waren, ja zelfs toen dat wonderlijke Pinksterfeest met de uitstorting van de Heilige Geest al achter de rug was. Maar die gemeenschap, gebaseerd op liefde van de God van Israël, heeft de toekomst. Wie er ook heerst in de hemel of op de aarde zal er mee te maken krijgen. Dat was wat God al met de schepping wilde, orde in de chaos zodat de aarde een mensenland zou worden en het een hemel op aarde wordt waar God zelf zal willen wonen. Daar mogen we net als Paulus aan werken, ook vandaag weer, door te laten zien hoe dat er uit zal zien, de hongerigen voeden, de naakten kleden en de daklozen huisvesting geven.

Plaats een reactie