Alles aan zijn voeten gelegd

Efeziërs 1:15-23

In het gedeelte dat we vandaag lezen wordt een beschrijving gegeven van de gemeente in Laodicea. Zoals we al eerder opmerkten is de brief door Paulus geschreven in Efeze en was deze hoogst waarschijnlijk bestemd voor de gemeente in Ladodicea, een stad vlak bij Colosse. De brief dateert dan ook uit dezelfde tijd als de brief aan de Kolossensen. De gemeente in Laodicea stond er goed voor. Natuurlijk in het geloof in Jezus van Nazareth, de Keizer. Hier staat weer het “Heer” vertaald en het blijft jammer dat men niet goed kan laten uitkomen dat Jezus van Nazareth met dezelfde term wordt aangeduid als de Keizer in Rome. Maar de gemeente zorgt ook mee voor de Apostelen in Jeruzalem die het behoorlijk zwaar hadden en voor wie er regelmatig gecollecteerd werd. Voor een gemeente als deze mag je dankbaar zijn. Maar het lijkt ook wel op een formele kerkdienst die hier door Paulus wordt geciteerd. Wensen die je plechtig uitspreekt als er nieuwe leden worden toegelaten. De wens dat je inzicht krijgt in de zaken van het geloof. De wens dat je hart verlicht wordt zodat je zult zien wat de nieuwe aarde zal zijn waarop je mag hopen en waar je vanaf je toetreden aan mag werken en hoe groot de macht van de God van Israël is als je werkelijk aan zijn Rijk gaat werken. Paulus kan natuurlijk niet openlijk schrijven dat de macht van die Keizer helemaal niets meer voorsteld en daarom zegt hij het diplomatiek in het Grieks, de gezalfde, Christus heet dat, Messias of bevrijder in het Hebreeuws, heeft met Gods hulp de dood overwonnen en zit aan de rechterhand van God, dat is niet alleen fysiek rechts maar dat maakt hem ook tot rechter. Niet zomaar een rechter van de religie die Paulus verkondigd, nee hij zit hoog boven alle vorsten en heersers, alle machten en krachten en iedereen die macht of kracht wordt toegedicht. Je kunt geloven in wie of wat je ook wilt, Jezus van Nazareth staat daar altijd boven en is altijd machtiger. Machtiger dan zijn kerk? De gemeenschap van zijn gelovigen is zijn lichaam, daar is hij alles in allen. Dat moet hard aangekomen zijn. Want Paulus zegt met evenveel woorden dat die gemeente in Laodicea, samen met alle andere gemeenten, sterker is dan  welke macht dan ook in het Romeinse Rijk. De Romeinse Wet beschouwde dit als directe godslastering en van tijd tot tijd heeft de jonge Christengemeente dat ook moeten merken in bloedige vervolgingen. Dat lichaam van Jezus van Nazareth bleef doen wat Jezus van Nazareth altijd gedaan had, de hongerigen voeden, de naakte kleden, de bedroefden troosten en het onderscheid tussen slaven en vrijen in de samenleving opheffen. Het allermooiste is natuurlijk dat ook wij ons daarbij mogen aansluiten in de wetenschap dat geen macht en geen kracht, geen politieke partij of groep haatzaaiers ons daarvan kunnen afhouden. Ook vandaag niet als wij weer mogen werken aan dat Rijk van de God van Israël.

Plaats een reactie