Streef naar rechtvaardigheid

1 Timoteüs 6:11-21

Die nieuwe Bijbelvertaling vertaalt soms wel een beetje netjes, zo netjes dat de scherpte van de oorspronkelijke taal een beetje verloren gaat. En die scherpte is nodig om de boodschap van de Bijbel goed te verstaan. Waar hier bijvoorbeeld “dienaar van God” staat werd vroeger wel met “mens van God” of  Man Gods vertaald. Een eretitel die ook aan Mozes werd toegekend. Daar klinkt het leiderschap van het volk, of, zoals hier, van de gemeente in door. Die Man Gods moet vluchten voor het kwade staat er eigenlijk. En daarin klinkt de moeite door die het kost om het goede te blijven doen en niet dan het goede. Dan wordt ook duidelijk dat het een strijd is. “Niet consumeren maar delen” staat haaks op wat de wereld van ons vraagt. Als je wat koopt je bewust maken wie het gemaakt heeft en wie er aan verdient en daar je keuzes op afstemmen wekt bij velen bevreemding, vooral bij mensen die het alleen om het verdienen gaat. Maar eerlijke handel komt onze broerders en zusters ten goede en is rechtvaardigheid die wij ook voor onszelf zouden willen. Dat was ook de betekenis van het lijden dat Jezus van Nazareth op zich nam, onschuldig en om de verkeerde redenen veroordeeld, zoals zovelen ook vandaag nog om de verkeerde redenen moeten lijden en sterven. Paulus verwachte overigens dat het Koninkrijk van God heel dichtbij was. Die boodschap is zo eenvoudig en binnen de kortste keren waren er al zoveel mensen bezig naar die boodschap hun leven in te delen dat het niet lang meer zou kunnen duren voordat alle volken volgelingen van Jezus van Nazareth zouden zijn. Paulus en zijn tijdgenoten rekenden niet met de halstarrigheid van de rijken en machtigen die hun eigen versie van het Christelijk geloof hebben gemaakt. Een versie waar het niet gaat om het delen met de armen maar om fatsoen en het houden aan regels die niet in de Bijbel staan. Waar het niet gaat om de vrijheid die Christus ons schenkt maar om de last die je opgelegd wordt omdat je moet voldoen aan allerlei regels en voorschriften. Dat schijn Christendom weerhoudt veel mensen te gaan bouwen aan het Koninkrijk van God.  Helemaal aan het eind benadrukt de schrijver van deze brief nog eens dat de God van Israël niet voldoet aan de regels die Griekse filosofen aan hun goden hadden opgelegd. Deze God is onsterfelijk, deze God was door geen mens ooit gezien, deze God woonde niet op een berg of op de zeebodem maar in een ontoegankelijk licht. Volgens de regels van de filosofen bestaat die God dan niet. Maar volgens de schrijver van de eerste brief aan Timoteüs kun je dan dus best geloven in een God die niet bestaat. De regels die menselijke wetenschappers opleggen aan het bestaan zijn zeer waardevol, maar de God van Israël gaat die regels te boven. De kracht die mensen eeuwenlang en dus eeuwig voortdrijft om het goede te doen en niet dan het goede komt van die God. Ooit zal er een einde aan de geschiedenis komen zoals er ook een begin aan de geschiedenis is geweest. Die God was er al voor de geschiedenis begon en zal er ook zijn als de geschiedenis is afgelopen. Daar hoeven we ons dus niet mee bezig te houden. Wij mogen leven in het hier en nu, met rechtvaardigheid, vroomheid, geloof en liefde, wetende dat de meeste van deze de liefde is, ook vandaag weer.

Plaats een reactie