De arbeider is zijn loon waard

1 Timoteüs 5:17-25

Een goede oudste is dus een oudste die zorgt voor de leden van de gemeente en er voor zorgt dat de leden van zijn gemeente ook voor elkaar gaan zorgen. Zo wordt de gemeente een voorbeeld voor de wereld waarin ze leeft en bijeen komt. Geen uiterlijk vertoon. Geen betutteling en allerlei zaken verbieden maar een positieve opstelling ten opzichte van het leven door het op te nemen voor de armen, voor de slaven en geen onderscheid te maken naar ouden, jongen, mannen, vrouwen, rijken, armen en Grieken en Joden. Vreemdelingen zijn in die gemeente even welkom als stadgenoten. Daarnaast geven die oudsten zich moeite voor de prediking en het geven van onderricht. Ze mogen daarom dubbel beloond worden, een arbeider is zijn loon waard en als je aan het dorsen bent dan mag het rund dat je daarbij helpt best mee eten van het graan dat wordt gedorst. Goede oudsten zullen zich immers ook niet laten voorstaan op hun extra inkomen. Integendeel, het zal voor hen een aanleiding zijn ook het delen met de armen te verdubbelen. Het aanzien van de gemeente en het doel van de gemeente zal daardoor alleen maar versterkt worden. Ook vandaag lezen we dus een aantal regels voor een gemeente te midden van een vijandige Heidense omgeving. De regels en aanwijzingen zijn daarom actueler dan ze in lange tijd waren. Die kleine gemeenschappen die op zondag bijeen komen, hoe kijken we er tegen aan. Zijn het de conservatieve zeuren die alle leuke dingen in de samenleving constant afkeuren? Of zijn het de gemeenschappen die een voorbeeld kunnen zijn voor de samenleving. Gemeenschappen waar de armen geholpen worden, waar geprobeerd wordt om echt met vreemdelingen samen te leven, waar het onderscheid tussen mannen en vrouwen is verdwenen, waar zorg voor elkaar en voor de zwakken in de samenleving voorop staat. Daar speelt ook recht en gerechtigheid een rol bij. Mensen gaan nu eenmaal in de fout, maar wanneer weet je dat zeker. In elk geval als er minstens twee betrouwbare getuigen zijn die het in de fout gaan ook zelf hebben gezien. Maar waarom zou je moeten letten op fouten van elkaar? Het Bijbelgedeelte van vandaag geeft daarvoor een onverwachte reden. Niet bestraffing van de zondaar, niet beveiliging van de gemeente of de samenleving, niet de bevrediging van wraakgevoelens die misdaden kunnen oproepen maar de terechtwijzing moet ten overstaan van allen plaatsvinden zodat iedereen gewaarschuwd is. Van de fouten van anderen moeten we dus allemaal leren. En aangezien iedereen fouten kan maken wordt Timoteüs nog eens opgeroepen onpartijdig te zijn. Oudsten, opzieners, diakenen kunnen net zo goed de fout in gaan als gemeenteleden die nog maar net zijn toegetreden tot de gemeente. Maar je moet ook voor jezelf zorgen. In de eeuwen kort na het begin van onze jaartelling was water per definitie besmet. Wijn kon werken als ontsmettingsmiddel. Tegenwoordig zou de raad precies andersom luiden, niet wijn bij het water doen, maar water bij je wijn want alcohol maakt meer kapot dan je lief is. En als je nu onophoudelijk bezig bent geweest voor een betere samenleving heeft deze brief nog een onverwachte troost. Als je het gevoel hebt dat het niets uithaalt en niemand het opvalt dan mag je weten dat goede daden ook al zijn ze niet zichtbaar niet voor altijd verborgen zullen blijven. Dat mag ons vandaag opnieuw in beweging zetten.

Plaats een reactie