Voor weduwen zorgen die alleen staan

1 Timoteüs 5:3-16

Het was een rare gemeenschap zo’n Christengemeenschap. Op de een of andere manier gingen ze voor vrouwen zorgen. Vooral voor vrouwen die geen man meer hadden. Niet dat die vrouwen tempelprostituees werden want die Christenen hadden geen tempels. Wat ze wel met die vrouwen deden liet zich raden. En over dat raden gaat dit Bijbelgedeelte. Er is vaak gedacht dat het gaat over de gemeente en hoe die wel en niet voor weduwen zou moeten zorgen. Maar dan lees je toch iets te gemakkelijk over de regels heen waarin gezegd wordt dat de voorschriften die worden gegeven bedoeld zijn om tegenstanders geen aanleiding te geven om kwaad van die Christengemeenschap te spreken. Daar draait dit hele gedeelte om. In de Heidense samenleving van Efeze was het niet eenvoudig om een eerzaam leven te leiden voor vrouwen. Of je had een man nodig aan wie je kinderen schonk en voor wie je dan als enige beschikbaar was. Als die man slaven had en een huishouding voerde zorgde je met de huisslaven dat dat huishouden goed bestuurd werd en dat je man daardoor in aanzien steeg, je steeg als vrouw dan zelf ook in aanzien. Werd je weduwe dan had je twee keuzes, of je kon leven van de erfenis of je kon prostituee worden, als dan niet in een Tempel van de een of andere vruchtbaarheidsgod. Was je daar te oud voor kon je altijd nog een bordeel openenen of je als slavin verkopen. Tegen die achtergrond moeten we de bepalingen lezen uit het Bijbelgedeelte van vandaag. De gemeente van Efeze moet voor elkaar gaan zorgen. Niet dat je de zorg aan het bestuur van de gemeente moet overlaten, aan de diakenen en de opzieners, nee je moet samen leren zorgen voor elkaar. Daarom zijn alleen de alleenstaande weduwen voor de diakenen en de opzieners. Alleen de oudere weduwen wel te verstaan. De jongere weduwen moeten hertrouwen en daar moet de gemeente dus de ruimte voor geven. Dat leren van voor elkaar zorgen strekt zich ook uit tot de weduwen zelf. De schrijver maakt niet voor niets de opmerking dat wie losbandig leeft levend dood is, en losbandig leven kan een weduwe alleen als ze zelf rijk is. Nee het gaat de briefschrijver om de gemeente die bekend moet staan als hulpvaardig, onderling en naar buiten. Niet vanwege eigenbelang. De mannen helpen de vrouwen, de weduwen, niet om er zelf gunsten voor terug te krijgen. Zorg voor elkaar, zorg voor de armsten is het voornaamste kenmerk dat uitstraalt van de Christelijke gemeente. Dat moet niets te raden overlaten. Het uitvoeren van de voorschriften die hier gegeven zijn zal moeilijk genoeg geweest zijn. Je moet soms vrouwen afwijzen die het zeer moeilijk hebben. Je kan namelijk wel willen dat jonge weduwen hertrouwen maar zo gemakkelijk gaat dat niet, zeker niet gevoelloos en dan zal er een zekere rouwperiode en een zoekperiode gegund moeten worden. Binnen de gemeente zal men oplossingen op maat gevonden hebben. Want de liefde voor elkaar staat voorop. In onze samenleving staat het misbruik van de zorg voorop, dat bepaalt onze regels en de houding van bestuurders. Maar naast mensen staan maakt ook voor ons maatwerk mogelijk. Ook wij zullen ons moeten afvragen of de liefde voorop staat en of wij nog in staat zijn voor elkaar te zorgen, of laten we het liever aan mensen achter loketten en bureaus over? De brief aan Timoteüs laat wat dat betreft niets te raden over.

Plaats een reactie