Hij drijft niet de spot met zijn naaste

Psalm 15
 
Vandaag  zingen we mee met Psalm 15, want Psalmen moet je niet alleen lezen maar ook zingen, het zijn gedichten geschreven om gezongen te worden. Psalm 15 is een korte psalm en gaat over de vraag wie nu eigenlijk hoort bij het verhaal van Israel, het verhaal van de Wet van de Woestijn, de Wet van heb Uw naaste lief als Uzelf. Psalmen zijn gedichten met een heel eigen structuur. Je vindt er vaak twee regels die elkaar verduidelijken en daardoor inhoudelijk op elkaar rijmen. In de manier waarop de Nieuwe Bijbelvertaling de Psalmen vertaald wordt die heel aparte rijmstructuur niet zichtbaar. Soms is dat jammer. Bijvoorbeeld bij deze kleine Psalm want er zijn vertaalvoorbeelden waar die aparte structuur wel duidelijk wordt en die de boodschap van de Psalm versterkt. De Psalm begint met de vraag wie te gast mag zijn in de Tabernakel, de Tent die door David naar Jeruzalem is gebracht en daar op de berg Sion is geplaatst. Later werd die Tent vervangen door de Tempel. Maar wie mag daar nu te gast zijn? Vers 2 wordt door Dr. Brinkman bijvoorbeeld zo vertaalt “Hij die volmaakt wandelt en rechtvaardig handelt”  Een vertaalvondst waar het oorspronkelijk Hebreeuws bijna in hoorbaar wordt. Er wordt vaak gepleit voor het letterlijk nemen van de Bijbel maar we mogen nooit vergeten dat we de Bijbel eigenlijk altijd in een vertaling lezen die de Bijbel niet echt letterlijk kan nemen omdat we er dan helemaal niks meer van snappen. Dat is ook de kritiek die vakmensen uit de kerken op de nieuwe Bijbelvertaling hebben, die vertaling is niet letterlijk genoeg, de verdediging van de vertalers is dat als de vertaling nog meer letterlijk zou zijn het begrip bij de lezers en hoorders te veel zou afnemen. Het is dus goed om ook naar uitleg te vragen. Bij deze korte Psalm is de vertaling helder genoeg om op het spoor te komen van de boodschap van de Psalm. In die Tent staat namelijk niet een beeld van een God aan wie je van alles moet offeren maar staat een kist met twee stenen tafels waarop de Wet staat die je voor die God in acht moet nemen. En wie die Wet in zijn leven toepast die lastert niet, die benadeelt een ander niet, die drijft geen spot met zijn naaste, die heeft ontzag voor hen die ontzag hebben voor de Heer en breekt zijn eed niet ook al brengt het hem nadeel. Die vraagt geen rente op een lening en verraadt geen onschuldigen voor geld. Dat zijn dus de rechtvaardigen. Dat geen rente vragen voor een lening kennen we al lang niet meer. Bedoeld wordt dat je mensen niet armer moet maken dan ze zijn als ze in nood komen. Want dan moeten ze immers wel lenen? Wij laten dat aan onze overheid over. Die mag de armen helpen desnoods met een renteloze lening. In de vrije markt brengen leningen mensen eerder tot armoede en daar mogen we op grond van deze Psalm dus ook wel eens iets tegen doen. En laster of kwaadsprekerij tegen iemand kom je tegenwoordig ook zomaar tegen, zelfs in het hart van je eigen gemeente. Het is niet altijd eenvoudig het te bestrijden, maar er iets tegen zeggen kan vaak wel en is dan hard nodig. Zeker als het over vreemdelingen gaat. Bedenkt dat er in moslimkringen banken zijn die geen rente vragen, die dus doen wat in de Bijbel wordt gevraagd. Dat mag ons bescheiden maken, want geen enkele partij of beweging vraagt om wetten die mensen beschermen tegen onverantwoorde leningen en woekerrente. Juist daarom is het zaak ook deze Psalm mee te zingen.

Plaats een reactie