Vreemdelingen toonden zich onderdanig

Psalm 18:36-51

We hebben het nog steeds over een Koning die een lied zingt over al zijn successen. Hij verwonderd er zich zelfs over dat een hem onbekend volk zich overgegeven had en dat de vreemdelingen in zijn rijk zich als onderdanen gedroegen. Ra ra hoe kan dat? We hadden al eerder gezien dat die Koning zich hield aan de Wetten van het volk van Israël. De Wet die ze hadden gekregen in de woestijn na de uittocht uit Egypte, de bevrijding uit de slavernij. De kern van die Wet was dat je je naaste moet liefhebben als jezelf. Voor een koning betekende dat dat hij rechtvaardig en wijs moest regeren en vrede moest brengen. Van Koning David, aan wie deze psalm wordt toegeschreven, waren dat nu juist de eigenschappen die hem zo geliefd hebben gemaakt. We kunnen ons voorstellen dat vreemdelingen die zich geaccepteerd weten in een samenleving, die ook echt mee mogen doen, zichzelf mogen zijn zoals het volk zichzelf wil zijn, ook alle reden hebben om mee te willen doen. Het is de ervaring die David aan het zingen brengt ter ere van zijn God. Het is overigens ook de ervaring die ons land tot een land van tolerantie heeft gebracht. Want vanaf de tijd dat de Batavieren de Rijn afzakten en zich in ons land vestigden zijn er altijd mensen uit andere landen van de wereld geweest die zich mengden in ons volk. Daar waar we ze wisten op te vangen en als de onzen gingen beschouwen verrijkten ze onze samenleving. Soms ging dat gemakkelijk en hebben we nauwelijks nog een herinnering aan, soms waren er taalproblemen die hun sporen tot op de huidige tijd hebben nagelaten, zoals de Amsterdamse hugenotenwijk Jardin, die tot Jordaan werd en later een Jodenbuurt genoemd zou worden. Denk overigens nu niet dat vrome types als die David alles wat hen overkwam met de ogen dicht aan hun God toeschreven. Als je goed leest dan zie je dat David het over zichzelf heeft en zijn eigen successen ook als successen van zichzelf beschrijft. Hij laat zich echter voortdurend inspireren en leiden door dat wat die God van Israël als richtingwijzers voor het leven en voor het handelen van mensen heeft gegeven. Het volgen van die richting brengt die successen en als je handelt tegen die richtingwijzers in volgen de mislukkingen. Beiden zijn in het leven van David duidelijk aanwijsbaar, de Bijbel verzwijgt er geen maar in in dit lied draait het om de successen opdat ook wij de richtingwijzers van de God van Israël gaan volgen. Tegen het eind van de Psalm kun je zelfs hardop meezingen hoe je David tot voorbeeld kan nemen. Psalm 18 is al een heel oude Psalm. Het oorspronkelijk Hebreeuws en de opbouw van de Psalm doen vermoeden dat het lied al uit de begintijd van Israël als volk en zelfstandige staat dateert. Het is door de eeuwen een zo populair lied gebleken dat het uiteindelijk is opgenomen in de bundels die het boek van de Psalmen zijn gaan vormen. Het is een lied voor koningen, voor bestuurders en regeerders dus. Maar in onze samenleving zijn alle burgers koningen en priesters geworden, wij kiezen immers onze regering en wij maken samen uit wat zij voor wetten kunnen maken. Daarbij zal Psalm 18 een richtingwijzer kunnen zijn, ook hierin staat respect voor een ieder en het heb Uw naaste lief als Uzelf centraal. Daar moet ons leven om draaien en daar moet het in ons land over gaan, ook vandaag nog.

Plaats een reactie