Zeventig oudsten van het volk

Exodus 24:1-11

Was dat verbond van de God van Israël nu alleen tussen het volk van Israël en die God? Stond de rest van de mensheid daarbuiten? Het lijkt er niet op. Natuurlijk, het volk Israël stond rond die berg. Stam bij stam, elk met een eigen altaar waarop de nodige offers werden gebracht. Jonge mensen die de toekomst vertegenwoordigden zorgden er voor. Het meest aggresieve dier onder het vee, de stier, werd geslacht voor een vredeoffer. Het leven dat door het bloed werd vertegenwoordigd werd gedeeld door het altaar, met God dus, en het volk. Daardoor werd de verbinding tussen die God en zijn volk gelegd. Maar naast Mozes en de priesters van Israël gingen 70 oudsten mee de berg op. En dat is een bijzonder aantal. In de dagen dat de Bijbel definitief werd vastgesteld, zo rond de ballingschap in Babel, geloofde men dat er op aarde 70 verschillende volken waren. Op verschillende plaatsen in het Oude en het Nieuwe Testament komt dit getal terug. En telkens als er 70 vertegenwoordigers worden genoemd, ook Jezus van Nazareth zend 70 stel zendelingen uit, dan is de boodschap van God voor de hele bewoonde wereld. Dat begint dus al met het sluiten van het verbond op de berg in het hartje van de woestijn. Zij hebben de God van Israël gezien en nieuwsgierig als wij zijn willen we graag weten hoe die God er dan wel uitzag. Dat vermeld het verhaal dus niet. Alleen dat onder de voeten van God iets moois was, helder stralend zoals een hemel bij een heldere dag in de felle zon. Het verhaal moet veel ontzag te weeg hebben gebracht. Er was immers het vaste geloof dat wie de God van Israël ook echt zou zien direct dood zou zijn. Nu in dit geval blijven de vertegenwoordigers van de mensheid leven, zij aten en dronken staat er. Veel later zou dat eten en drinken ook gezegd worden van Jezus van Nazareth als hij aan zijn volgelingen verschijnt na zijn kruisiging en graflegging. Maar als het volk Israël het op zich neemt al die regels die we uit het boek Exodus hebben gelezen op zich te nemen en uit te gaan voeren dan doen ze dat dus als vertegenwoordigers van alle volken op aarde. Wij allen mogen het hen nazeggen. Nu weten we uit de Bijbel ook dat het dat volk niet zelf gelukt is. Telkens weer moest de God van Israël ingrijpen als het volk toch weer vreemde goden naliep, als de weduwen en de wezen werden verdrukt, als de vreemdelingen werden uitgebuit, als de armen wreed werden behandeld, als slaven bevrijdt moesten worden. Het volk Israël riep dan  de ellende over zich af die ook andere volken over zich af hadden geroepen door niet deel te nemen aan het verbond en niet te letten op wat het volk Israël eigenlijk had beloofd. Pas met de komst van Jezus van Nazareth werd duidelijk dat het vormen van een volk dat het Koninkrijk van God binnengaat begint met het besef van elk van ons dat we elke dag opnieuw moeten beginnen met het verbond van heb je naaste lief als jezelf. Alle volken van de wereld zullen zich naar die Wet moeten keren, zullen deel uit moeten gaan maken van dat verbond. Dat begint in die 70 oudsten van Israël, maar het kan pas doorgaan als wij er aan mee gaan doen, ook vandaag.

Plaats een reactie