Waarom vervolg je mij?

Handelingen 9:1-9

Bekeringsverhalen zijn altijd bloemrijk en dat mag natuurlijk ook wel. Het is niet niks als je plotseling het licht ziet en doorkrijgt dat hetgeen waarmee je bezig bent nu net het tegendeel is van hetgeen je wilt bereiken. Het verhaal van Paulus volgt niet voor niks op de verhalen over Filippus. Terwijl Saulus van Tarzus in Jeruzalem nog bezig was om Christenen uit hun huis te sleuren was Filippus al bezig de hoge ambtenaar uit Ethiopië te dopen en was de Griek Nicolaüs al onderweg naar huis in Damascus. Die vervolging door Saulus bereikte het tegendeel van haar doel. Niet een vernietiging van de beweging van aanhangers van Jezus van Nazareth, de mensen van de Weg genoemd in dit verhaal, maar een uitbreiding van het aantal aanhangers en een verspreiding over een steeds groter gebied. En dat alles zonder geweldadig verzet. Buiten Jeruzalem op weg naar Damascus gaat Saulus het licht op. De manier waarop zijn ijver zich ontwikkelde moet een geweldige indruk gemaakt hebben. Hij valt van zijn paard en is blind van de schok die alles meebrengt. We gebruiken de namen Saulus en Paulus door elkaar maar dat is niet helemaal terecht. Deze man uit het Turkse Tarzus was een Jood van buiten Israel. Hij had de nationaliteit van de Romeinse bezetter en was dus eigenlijk een buitenlander. En juist omdat die beweging van Jezus van Nazareth zoveel buitenlanders toeliet en zelfs Grieks sprekende bestuurders aanstelde werden ze vervolgd. Saulus zou dus eigenlijk ook zichzelf moeten vervolgen en buiten Israel komt zijn identiteit natuurlijk ter discussie. Gaat hij verder als Romeins Staatsburger of als Joods gelovige. Pas na zijn doop, zijn aanvaarding van de nieuwe Weg, gaat hij verder als Paulus, de Romeins staatsburger die op de manier van Jezus van Nazareth het gebod van Israel elkaar lief te hebben als jezelf over de wereld uitdraagt. De vraag over het waarom van vervolging is in onze dagen de vraag van Amnesty International geworden. Waarom worden mensen vervolgd die een andere opvatting of een ander geloof hebben dan de vervolgers. Wij moeten oppassen daarbij niet in het kamp van de vervolgers terecht te komen. De manier waarop in ons parlement soms over de Islam gesproken wordt maakt die vrees actueel. Wij zullen iedereen moeten liefhebben op de manier waarop Jezus van Nazareth dat deed. Of ze nu Hindoe zijn, of Islamiet, of ongelovig, of in de goddelijkheid van dieren geloven, moet ons niet uitmaken. Voor ons is ieder mens even lief en moeten we ieder mens bewegen mee te gaan op de weg van delen met onze naasten.

 

 

Plaats een reactie