Toen ontstond er onder hen onenigheid

Lucas 22:24-38

De Pesachmaaltijd was geweest, het Avondmaal ingesteld en dus was het verhaal over de uittocht opnieuw vertelt. De leerlingen hadden ongetwijfeld het gevoel gekregen een nieuw volk te vormen dat onder leiding van Jezus van Nazareth uit de wereld van de onderdrukking door de Romeinen zou trekken. Ze kregen dus ruzie wie in dat nieuwe Koninkrijk de belangrijkste zou zijn. Daar waren immers posten te verdelen, ministers, priesters, oversten, zo gaat dat toch in een land. Er moeten nu eenmaal autoriteiten en wetgevers zijn. Belangrijke mensen die uitmaken wat we met elkaar moeten vinden en aan welke wetten we ons moeten houden. Net als in het volk van Mozes, die het volk in groepen van vijftig verdeelde en elke groep de oudsten liet kiezen, kunnen wij ook onze volksvertegenwoordigers kiezen. Maar ook onze volksvertegenwoordigers worden belangrijke figuren die te pas en te onpas ons komen vertellen wat we ergens van moeten vinden. Ze doen dat in het belang van de bevolking en laten zich dus graag weldoener noemen. Jezus van Nazareth zet er een andere manier van regeren tegenover. Niet de bovenbazen zijn de belangrijkste maar de dienaren, de minsten. Wat er in het volk gebeurt, wat de prioriteit heeft, wordt bepaald door de mensen aan de kant van de weg, de zwervers, de zwakkelingen, de hongerigen, de armen. Zelfs de opperste bovenbaas van dat nieuwe volk van Jezus van Nazareth en zijn volgelingen is in de eerste plaats een dienaar, iemand die alles heeft opgegeven om er te zijn voor de minsten in zijn samenleving. Dat hebben die volgelingen natuurlijk ook gedaan, zij hebben hun werk en hun plek opgegeven en toen Jezus van Nazareth riep “volg mij” zijn zij hem gevolgd. Daarom kunnen zij de koningen worden in die nieuwe samenleving. Daar kunnen zij ook recht spreken over het hele koninkrijk, hier nog genoemd de twaalf stammen van Israël, maar recht spreken als dienaars, dat betekent dat zij mensen tot hun recht laten komen, dat ze mensen recht doen. Dan zijn de minsten niet meer de verschoppelingen maar de hoekstenen onder de samenleving. De eerste die zich steeds had aangediend als woordvoerder van de volgelingen van Jezus van Nazareth was Simon, de visser uit Kafernaüm. Nog steeds moet Simon leren wat het is te heersen als een dienaar. Natuurlijk, hij wil best net zo belangrijk zijn als Jezus van Nazareth, zeker als zijn vrienden er bij zijn. Maar Jezus van Nazareth waarschuwt, flink doen is niet dapper en werkelijk volhouden betekent dat je je leven moet durven verliezen, daar is die Petrus nog niet aan toe, hij zal Jezus van Nazareth nog voor de morgen aanbreekt en de haan kraait wel drie maal verloochend hebben. En dan komt Jezus van Nazareth tot de kern van zijn verhaal. De schriftgeleerden en de hogepriesters waren al een tijdje op zijn leven uit. Zo gaat dat met mensen die consequent dienaar willen zijn. De profeet Jesaja had daar al over geschreven. Zulke mensen, schreef hij, worden gerekend tot loochenaars van de Thora, tot wettelozen wordt hier vertaald. Maar of het gebruik van twee zwaarden genoeg zal zijn valt nog te betwijfelen. Voor ons de vraag wat voor leiders wij ons kiezen, de belangrijk doende grijze pakkendragers die ons vertellen wat we moeten vinden, of de dienaars, zij die werkelijk een hand uitsteken naar de minsten. In deze dagen wordt ons de keus voorgelegd.

Plaats een reactie