Naakt word je tentoongesteld

Jesaja 47:1-15

Vandaag zingen we met de Tweede Jesaja een spotlied op Babel. Het Babel dat het volk Israël in ballingschap had gevoerd was niet meer. Cyrus, de veroveraar van Babel, had de ballingen bevolen weer terug te gaan naar Jeruzalem en daar de Tempel te herbouwen. Lekker puh zingen we met de Profeet mee. Hij stelt het trotse Babel voor als een vrouw die als slavin de diepste vernederingen moet ondergaan. Haar land ligt er verlaten bij en de wijsheid die ze ontleende aan astrologie en het raadplegen van de geesten van overledenen hebben haar niet geholpen. Hebben wij er wat aan als we zo’n grievend spotlied meezingen? Is dat de vergevende houding die je zelfs tegen onderdrukkers mag verwachten? Waar is de vergeving die van de gelovigen in de God van Israël mag worden verwacht? Verwacht je een dergelijk lied ook van Jezus van Nazareth die zo graag citeerde uit het boek van de profeet Jesaja? Het zijn vragen waar we misschien niet direct een sluitend antwoord op hebben. Vrede sluiten met vroegere vijanden die berouw hebben getoond en een andere samenleving hebben ingericht brengt de vrede op aarde dichterbij. Vast blijven houden aan oude beelden die de vijandschap doen voortduren is altijd verkeerd. Maar we moeten niet vergeten dat de profeet het lied liet zingen door een klein zwak groepje ballingen dat zelfs bang geworden was om terug te keren naar een land omringt door machtige vijanden die het land graag voor zichzelf zouden innemen. Dan wordt dit spotlied een lied van hoop en vertrouwen. Want als zelfs het eens zo machtige Babel niet zeker was voor de krachten en machten die door de God van Israël worden gesteund dan zullen zeker ook die vijanden niets in te brengen hebben. In tegenstelling tot dat machtige en wijze Babel hoeft het volk van Israël geen beroep te doen op astrologie of het raadplegen van de geesten van overledenen, dat heeft geen enkele zin en levert geen enkele betrouwbare informatie op. Zo kan het ook voor ons een lied van hoop en vertrouwen worden. Tegen alle machten en krachten op deze wereld die de rijken beschermen en de armen uitbuiten mogen we weten dat geen macht en geen kracht op dezen wereld op kan tegen de komst van het Koninkrijk waar er voor iedereen te eten zal zijn, waar de Wet van Heb-Uw-Naaste-Lief-Als-Uzelf de centrale Wet voor de hele aarde zal zijn. Dat Koninkrijk zal komen, Gods wil zal geschieden in de hemel, maar zeker ook op de aarde. Al die uitbuiters, die wapenhandelaars, die voedseldieven zullen vernederd worden zoals Babel werd vernederd. Dat vertrouwen kan ons nieuwe moed geven om ook vandaag weer te werken aan de komst van dat Koninkrijk, om ook vandaag te werken aan de hervorming van onze samenleving tot een samenleving waar iedereen kan samen leven, zonder vrees, zonder honger, zonder tranen.

Plaats een reactie