Ze zijn gebroken en geveld

Door een computerprobleem zijn er een paar weken geen columns hier verschenen. Onze excuses, vandaag wordt de dagelijkse publicatie weer hervat.

Jesaja 46:1-13

Kunnen wij dat nu ook zeggen, dat onze afgoden hebben afgedaan? Nu Babel is ingenomen en het volk kan terugkeren uit ballingschap hebben de goden van Babel afgedaan. Bel, of wel Marduk, en Nebo, ofwel Nabu, zijn misschien door hun priesters nog op tijd uit de tempels gehaald, maar het blijven zware beelden die je maar met je mee hebt te zeulen als je ze wilt redden. Wie in de God van Israël wil geloven hoeft geen beeld mee te zeulen, de terugkeer naar Jeruzalem zal zonder beelden gaan en in de nieuw te bouwen Tempel zal geen beeld van welke God dan ook komen te staan. Maar kunnen wij dat nu ook zeggen? Hebben bij ons de afgoden van succes en voorspoed, de goden van goud en beloften, ook afgedaan? Hebben we de banken en verzekeringsmaatschappijen zo ingericht dat ze ten dienste staan van de samenleving in plaats van de bonussen van hun bestuurders? Hebben de toezichthouders op de banken en de financiële markten echt bevoegdheden gekregen om in te grijpen als eigen winst gaat boven een eerlijke en verantwoorde dienstverlening? Zetten wij onze financiële dienstverlening in dienst van de armsten en de zwaksten in de samenleving? Letten we daarbij ook op de behoeften van de armsten in de wereldsamenleving? Misschien zijn het vragen waarop we geen antwoord hoeven te hebben maar zijn het vragen die we net zo lang moeten stellen tot de antwoorden vanzelf gaan spreken. Ook wij hebben immers al een paar eeuwen gehoord van een samenleving waarin je moet delen van wat je hebt en waarin je je naaste lief moet hebben als jezelf. Dat is precies wat de Profeet hier beschrijft. Maar ook wij hebben de neiging ons verre te houden van gerechtigheid. Aanzien en succes zijn ook bij ons belangrijker dan zorg en aandacht. Maakten de afgodendienaars in Babel er een wedstrijdje van wie het mooist aangeklede godenbeeld had en de grootste tempel met de beste uitstraling, bij ons gaat het om de grootste bonussen en de mooist gestylde streepjespakken. Bij ons zijn de idolverkiezingen niet beperkt tot zangwedstrijden op de televisie maar is in elke bedrijfstak en elk beroep het idolgehalte belangrijker dan de menselijke kwaliteit. Al die werklozen die deze herfst en winter een baan moeten zoeken zijn aangewezen op algemeen aanvaarde arbeid. Maar is dat ook arbeid waarin je mensen moet bedriegen? Of arbeid waarin je mensen iets moet aansmeren wat ze niet nodig hebben? Of arbeid waarin je mensen op de meest onmogelijke tijden moet lastig vallen door ze op te bellen? Mag arbeid geweigerd worden dat niet de mensen ten dienste staat maar louter en alleen de winst van de rijken? Pas dan zouden we onze afgoden eerst echt hebben afgeschaft. Maar wellicht dat we er nog hard aan moeten werken, dat moeten we er dan maar voor over hebben.

Plaats een reactie