Ik zal weer opbouwen wat verwoest was

Ezechiël 36:33-38

We lezen vaak in de boeken van de Profeten over vruchtbare akkers, over woestijnen die zullen bloeien als rozen, maar in het visioen van de profeet Ezechiël verschijnen ook steden die weer vol zullen zijn met mensen. Die steden moeten dan weer opgebouwd worden. Je moet van je land houden om een verwoeste stad weer op te bouwen. Maar bovenal moet je niet meer bang zijn voor oorlog en verwoesting. De mensen in Darfur zullen niet direct dorpen en steden met huizen van steen en leem gaan opbouwen. Zij blijven voorlopig liever in tenten en geïmproviseerde hutten wonen. Niemand beschermt hen immers. Alle pogingen om vrede te stichten zijn mislukt. En ook al is er toezicht elk ogenblik kunnen ze weer gedwongen worden zich ergens anders te vestigen. De slinger van macht gaat in Darfur heen en weer en nooit beweegt ze zich echt in de richting van het beschermen van de vluchtelingen en ontheemden. Er wordt veel over gepraat. Van tijd tot tijd is er behoefte aan weer eens een ander onderwerp in het nieuws en dan is Darfur altijd een dankbaar onderwerp. Stervende kinderen, verkrachte vrouwen en wanhopige ouders. Diplomaten die dapper heen en weer vliegen en politici die graag roepen dat het een schande is. Maar tot opbouw van dorpen en steden komt het niet. Tot een samenleving in Darfur die menselijk is en vol vrede komt het nog lang niet zelfs. Zo wanhopig moeten ook de ballingen uit Israël zich gevoeld hebben in het verre Babel. Ook al lezen we weinig over vervolgingen, ze waren speelbal van grillige vorsten en wisselende machten. Ook voor hen heeft het uiteindelijk zeer lang geduurd voordat koning Cyrus besloot de ballingen terug te laten gaan en toestemming te geven de Tempel in Jeruzalem en de muur rond de stad te herbouwen. En zelfs die herbouw zou niet zonder problemen verlopen, ze moesten met het zwaard in de ene hand en de troffel in de andere hand de muur rond Jeruzalem herstellen. Toch durft Ezechiël het uitzicht op het herstel van Israël te bieden ook al is er geen enkel teken dat het ooit zal gebeuren. Hij gelooft in een God die het niet zal laten gebeuren dat zijn naam te gronde gaat, dat er uiteindelijk niemand meer in die God zal geloven. Nee, alle volken zullen ooit in die God geloven. Daarom moeten ook wij de hoop op een vredig en vruchtbaar Darfur nooit laten varen. We zullen moeten blijven vragen en smeken aan onze politici om alles te blijven doen om daar een oplossing te vinden. We moeten iedereen blijven aanspreken op onze gezamelijke verantwoordelijkheid onze broeders en zusters niet langer om te laten komen in honger en geweld. Ooit komt er de ambtenaar of politicus die het voor elkaar krijgt een begin te maken met de herbouw van de steden en dorpen en Darfur, ooit komt de dag,  zoals Ezechiël niet vergeefs aan zijn volk had beloofd.

Plaats een reactie