Niet eeuwig duurt mijn toorn

Jeremia 3:12-21 12 Roep tegen het noorden: Kom terug, ontrouw Israël-spreekt de HEER -,dan zal ik mijn woede laten varen, want ik ben vol genade, niet eeuwig duurt mijn toorn- spreekt de HEER. 13 Erken alleen dat je schuldig bent, tegen de HEER, je God, in opstand bent gekomen, dat je overal op zoek ging … Lees meer

Daarom bleven de regens uit

Jeremia 3:1-11 1 De HEER sprak: ‘Als een man van zijn vrouw scheidt en zij bij hem weggaat en de vrouw van een ander wordt, kan hij haar dan terugnemen? Wordt er dan geen smet op het land geworpen? Maar jij hebt met talloze minnaars overspel gepleegd, en je wilt toch weer bij me terugkomen? … Lees meer

Geen besef van schuld

Psalm 36 1 Voor de koorleider. Van David, de dienaar van de HEER. 2 De zonde spreekt tot de goddeloze, diep in zijn hart- angst voor God kent hij niet. 3 De zonde sust zijn geweten in slaap-geen besef van schuld, geen afkeer van het kwaad.4 Hij spreekt woorden van onheil en bedrog en blijft … Lees meer

Hij richtte een groot feestmaal aan.

Lucas 5:27-39 27 Daarna ging hij naar buiten en zag hij bij het tolhuis een tollenaar zitten die Levi heette. Hij zei tegen hem: ‘Volg mij!’ 28 Levi stond op, liet alles achter en volgde hem. 29 Hij richtte in zijn huis een groot feestmaal voor hem aan, waarop een groot aantal tollenaars en anderen … Lees meer

Sta op en loop!

Lucas 5:17-26 17 Toen hij op een dag onderricht gaf, bevonden zich onder zijn gehoor ook Farizeeën en wetgeleerden die uit allerlei plaatsen in Galilea en Judea en uit Jeruzalem waren gekomen. De kracht van de Heer was werkzaam in hem, opdat hij zieken zou genezen. 18 Er kwamen een paar mannen met een verlamde … Lees meer

Hij was verbijsterd

Lucas 5:1-11 1 Toen hij eens aan de oever van het Meer van Gennesaret stond en het volk zich om hem verdrong om naar het woord van God te luisteren, 2 zag hij twee boten aan de oever van het meer liggen; de vissers waren eruit gestapt, ze waren bezig de netten te spoelen. 3 … Lees meer

Ze hebben niets geleerd.

Jeremia 2:30-37 30 Ik heb jullie kinderen gestraft; vergeefs, ze hebben niets geleerd. Jullie zwaard verslond je profeten, als een verscheurende leeuw. 31 Let op de woorden van de HEER, Israël! Was ik voor jullie een woestijn, of een land vol duisternis? Waarom zegt mijn volk: “Wij willen niet gebonden zijn, wij komen niet meer … Lees meer

Een wilde ezelin

Jeremia 2:23-29 23 Hoe kun je zeggen: “Ik heb me niet besmeurd, ik liep niet achter de Baäls aan”? Kijk eens naar het Hinnomdal, besef wat je daar doet. Je bent een rusteloze kameel, die hitsig heen en weer rent, 24 een wilde ezelin, thuis in de woestijn, die elke ezel ruikt, tochtig als ze … Lees meer

Je eigen kwaad zal je straffen

Jeremia 2:14-22 14 Is Israël een knecht, is het soms als slaaf geboren? Waarom is het dan een weerloze prooi? 15 Leeuwen briesen ertegen, heffen een machtig gebrul aan. Ze maken van het land een woestenij, de steden zijn verwoest, ontvolkt. 16 Manschappen uit Memfis en Dafne stropen je heuvels kaal. 17 Je hebt het … Lees meer

Roep Jeruzalem toe

Jeremia 2:1-13 1 De HEER richtte zich tot mij: 2 ‘Roep Jeruzalem toe: Dit zegt de HEER: Ik weet nog hoe je me liefhad in je jeugd, van me hield als mijn bruid, hoe je me volgde door de woestijn, dat land waar niet wordt gezaaid. 3 Israël is aan de HEER gewijd, het is … Lees meer

Ik zie een amandeltwijg

Jeremia 1:11-19 11 De HEER richtte zich tot mij: ‘Wat zie je, Jeremia?’ Ik antwoordde: ‘Ik zie een amandeltwijg.’ 12 ‘Dat zie je goed, ‘zei de HEER, ‘zo snel als een amandelboom in het voorjaar uitbot, zo snel laat ik mijn woorden uitkomen.’ 13 De HEER richtte zich opnieuw tot mij: ‘Wat zie je?’ Ik … Lees meer