Er zullen valse messiassen komen

Matteüs 24:15-28 15  Wanneer jullie dus de “verwoestende gruwel” waarover gesproken is door de profeet Daniël, zien staan op de heilige plaats (lezer, begrijp dit goed), 16  dan moet iedereen in Judea de bergen in vluchten; 17  wie op het dak van zijn huis is moet niet naar beneden gaan om nog spullen te halen, … Lees meer

Geen steen zal op de andere blijven

Matteüs 24:1-14 1 ¶  Nadat Jezus de tempel had verlaten, wendden zijn leerlingen zich onderweg tot hem en vestigden zijn aandacht op de tempelgebouwen. 2  Hij zei tegen hen: ‘Hebben jullie dat alles goed gezien? Ik verzeker jullie: geen enkele steen zal op de andere blijven, alles zal worden afgebroken!’ 3  Op de Olijfberg ging … Lees meer

Mijn enige metgezel is de duisternis.

Psalm 88 1 ¶  Een lied, een psalm van de Korachieten. Voor de koorleider. Op de wijs van De rietpijp. Een beurtzang, een kunstig lied van de Ezrachiet Heman. 2 HEER, God, mijn redder, overdag schreeuw ik het uit, ‘s nachts zit ik stil voor u neer. 3 Laat mijn gebed u bereiken, luister naar … Lees meer

Koningen zullen je verzorgen

Jesaja 49:14-26 14  Sion zegt: ‘De HEER heeft mij verlaten, mijn Heer is mij vergeten.’ 15  Maar kan een vrouw haar zuigeling vergeten of harteloos zijn tegen het kind dat zij droeg? Zelfs al zou zij het vergeten, ik vergeet jou nooit. 16  Ik heb je in mijn handpalm gegrift, je muren staan mij steeds … Lees meer

Ik neem je in dienst

Jesaja 49:1-13 1 ¶  Eilanden, hoor mij aan, verre volken, luister aandachtig. Al in de schoot van mijn moeder heeft de HEER mij geroepen, nog voor ze mij baarde noemde hij mijn naam. 2  Mijn tong maakte hij scherp als een zwaard, hij hield me verborgen in de schaduw van zijn hand; hij maakte me … Lees meer

Verkondig dit met luid gejuich

Jesaja 48:12-22 12  Luister naar mij, Jakob-Israël, door mij geroepen. Ik ben het! Ik ben de eerste, ik ben de laatste! 13  Eigenhandig heb ik de aarde gegrondvest, met mijn rechterhand de hemel ontvouwd; wanneer ik de sterren roep, treden ze aan. 14  Kom allemaal, verzamel je en luister. Wie van hun goden heeft dit … Lees meer

Onwaarachtig en onoprecht

Jesaja 48:1-11 1  Luister hiernaar, volk van Jakob, dat de naam Israël mag dragen, dat uit Juda’s bron is voortgekomen, dat zweert bij de naam van de HEER en zich op Israëls God beroept, maar onwaarachtig en onoprecht. 2  Je noemt jezelf naar de heilige stad, en je steunt op de God van Israël, wiens … Lees meer

Jullie hebben het niet gewild

Matteüs 23:27-39 27  Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, jullie lijken op witgepleisterde graven, die er vanbuiten wel fraai uitzien, maar vol liggen met doodsbeenderen en andere onreinheden. 28  Zo lijken ook jullie voor de mensen uiterlijk op rechtvaardigen, terwijl jullie innerlijk vol huichelarij en wetsverachting zijn. 29  Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, jullie … Lees meer

Wat is nu van meer waarde

Matteüs 23:13-26 13 ¶  Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe. 14 15  Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, jullie bereizen landen en zeeën om één enkele proseliet … Lees meer

Om door de mensen gezien te worden

Matteüs 23:1-12 1 Daarna richtte Jezus zich tot de menigte en tot zijn leerlingen 2  en zei: ‘De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. 3  Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze … Lees meer

Het Tweede daaraan gelijk

Matteüs 22:34-46 34 ¶  Nadat de Farizeeën hadden vernomen dat hij de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. 35  Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: 36  ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ 37  Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met … Lees meer

Hij is geen God van doden

Matteüs 22:23-33 23 ¶  Diezelfde dag kwamen er Sadduceeën, die beweren dat er geen opstanding uit de dood is, naar hem toe. Ze stelden hem deze vraag: 24  ‘Meester, Mozes heeft gezegd: “Indien iemand kinderloos sterft, moet zijn broer met de weduwe trouwen omdat hij haar zwager is, en voor zijn broer nakomelingen verwekken.” 25  … Lees meer