Welkom zijn zij die goed nieuws verkondigen

Romeinen 10:14”“21 14  Maar hoe kunnen ze hem aanroepen als ze niet in hem geloven? En hoe kunnen ze in hem geloven als ze niet over hem hebben gehoord? En hoe kunnen ze over hem horen als hij niet verkondigd wordt? 15  En hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden? Het is zoals … Lees meer

Ze hebben allen dezelfde Heer

Romeinen 10:1-13 1 ¶  Broeders en zusters, ik wens uit de grond van mijn hart en bid tot God dat ze zullen worden gered. 2  Ik kan van hen getuigen dat ze God vol toewijding dienen, maar het ontbreekt hun aan inzicht. 3  Omdat ze Gods gerechtigheid niet kennen, proberen ze hun eigen gerechtigheid te … Lees meer

Wie in hem gelooft, komt niet bedrogen uit.

Romeinen 9:19-33 19  Maar nu zult u vragen: ‘Waarom roept God ons dan nog ter verantwoording? Niemand gaat toch in tegen zijn wil?’20  Wie bent u eigenlijk dat u, een mens, iets tegen God zou inbrengen? Vraagt het aardewerk soms aan de pottenbakker: ‘Waarom hebt u me gemaakt zoals ik eruitzie?’ 21  Heeft de pottenbakker … Lees meer

Ik ben diepbedroefd

Romeinen 9:1-18 1  Omdat ik één ben met Christus spreek ik de waarheid, en mijn geweten, geleid door de heilige Geest, is mijn getuige dat ik niet lieg: 2  ik ben diepbedroefd en word voortdurend door verdriet gekweld. 3  Omwille van mijn volksgenoten, de broeders en zusters met wie ik mijn afkomst deel, zou ik … Lees meer

Welk volk ook, het is hier geboren

Psalm 87 1-2 Van de Korachieten, een psalm, een lied. Boven alle steden van Jakob heeft de HEER de poorten van Sion lief, zijn vesting op de heilige bergen. 3  Van u wordt met lof gesproken, stad van God. sela 4 ‘Ik noem Rahab en Babel mijn getrouwen. Filistea, Tyrus en Nubië zijn allen hier … Lees meer

Hun een nieuwe geest geven

Ezechiël 11:14-25 14 ¶  Daarna richtte de HEER zich weer tot mij: 15  ‘Mensenkind, het zijn je eigen broeders en zusters, je verwanten en alle andere Israëlieten in ballingschap, tegen wie de inwoners van Jeruzalem zeggen: “Blijf waar je bent, ver verwijderd van de HEER, want aan ons is het land in eigendom gegeven!” 16  … Lees meer

Jullie vrezen het zwaard?

Ezechiël 11:1-13 1 ¶  De geest tilde me weer op en bracht me naar de oostelijke poort van de tempel van de HEER. Daar zag ik vijfentwintig mannen staan, met in hun midden Jaäzanja, de zoon van Azzur, en Pelatja, de zoon van Benaja, twee leiders van het volk. 2  De HEER zei tegen mij: … Lees meer

Ze bewogen zich steeds recht vooruit.

Ezechiël 10:1-22 1 ¶  Daarna zag ik dit: boven de koepel boven de cherubs was iets te zien dat leek op een troon van saffier.2  De HEER zei tegen de in linnen geklede man: ‘Ga het raderwerk waarop de cherubs rusten binnen en vul er je handen met gloeiende kolen; die moet je uitstrooien over … Lees meer