Naar uw heilige Berg

Psalm 43 1 ¶  Verschaf mij recht, o God, vecht voor mijn zaak. Bescherm mij tegen een liefdeloos volk, vol list en bedrog. 2  U bent toch mijn God, mijn toevlucht, waarom wijst u mij af, waarom ga ik gehuld in het zwart, door de vijand geplaagd? 3  Zend uw licht en uw waarheid, laten … Lees meer

Willen jullie soms ook weggaan?

Johannes 6:60-71 60 ¶  Veel leerlingen die het gehoord hadden zeiden: ‘Dit zijn harde woorden, wie kan daarnaar luisteren?’ 61  Jezus wist wel dat zijn leerlingen protesteerden en zei tegen hen: ‘Ergeren jullie je hieraan? 62  Maar als jullie nu de Mensenzoon zouden zien opstijgen naar waar hij eerst was? 63  De Geest maakt levend, … Lees meer

Wie mijn lichaam eet”¦

Johannes 6:41-59 41  De Joden begonnen te protesteren omdat hij zei dat hij het brood was dat uit de hemel was neergedaald. 42  ‘Dat is toch Jezus, de zoon van Jozef? We weten toch wie zijn vader en moeder zijn? Hoe kan hij dan zeggen dat hij uit de hemel is neergedaald?’ 43  Jezus zei: … Lees meer

Geef ons altijd dat brood, Heer

Johannes 6:30-40 30  Toen vroegen ze: ‘Welk wonderteken kunt u dan verrichten? Als we iets zien zullen we in u geloven. Wat kunt u doen? 31  Onze voorouders hebben immers manna in de woestijn gegeten, zoals geschreven staat: “Brood uit de hemel heeft hij hun te eten gegeven.”’ 32  Maar Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker … Lees meer

En het meer werd onstuimig

Johannes 6:16-29 16  Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer; 17  ze stapten in een boot en zetten koers naar de overkant, naar Kafarnaüm. Het was al donker geworden, en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen. 18  Er stak een hevige wind op en het meer werd … Lees meer

Daarom trok hij zich terug op de berg

Johannes 6:1-15 1 ¶  Daarna ging Jezus naar de overkant van het Meer van Galilea (ook wel het Meer van Tiberias genoemd).2  Een grote menigte mensen volgde hem, omdat ze gezien hadden welke wondertekenen hij bij zieken deed. 3  Jezus ging de berg op, en ging daar met zijn leerlingen zitten. 4  Het was kort … Lees meer

Blijde feestdagen

Zacharia 8:18-23 18 ¶  En de HEER van de hemelse machten richtte zich tot mij: 19  ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten: De vastendagen in de vierde en de vijfde maand en de vastendagen in de zevende en de tiende maand zullen voor Juda veranderen in blijde feestdagen vol vreugde en vrolijkheid. Maar … Lees meer

Nu is het zaad gezegend

Zacharia 8:9-17 9 ¶  Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Nu jullie deze woorden uit de mond van de profeten hebben gehoord, moeten jullie volhouden. Het huis van de HEER van de hemelse machten is nu gegrondvest; de herbouw van de tempel is begonnen. 10  Vóór die tijd bracht de arbeid van mens … Lees meer

Ik brand van liefde voor Sion

Zacharia 8:1-8 1 ¶  Maar nu luidt het woord van de HEER van de hemelse machten: 2  ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik brand van liefde voor Sion; met vurige liefde neem ik het op voor Jeruzalem. 3  Dit zegt de HEER: Ik keer terug naar de Sion en kom in Jeruzalem … Lees meer

Is het werkelijk nodig?

Zacharia 7:1-14 1 ¶  In het vierde jaar van koning Darius richtte de HEER zich tot Zacharia. Het was op de vierde dag van de negende maand, de maand kislew.2  De stad Betel had Sareser en Regem-Melech met zijn mannen afgevaardigd om de gunst van de HEER af te smeken, 3  en om aan de … Lees meer

De geschenken van de ballingen

Zacharia 6:9-15 9 ¶  Toen richtte de HEER zich tot mij: 10  ‘Je moet de geschenken van de ballingen Cheldai, Tobia en Jedaja, die uit Babel zijn gekomen, in ontvangst nemen en diezelfde dag nog naar het huis van Josia, de zoon van Sefanja, gaan. 11  Laat van het goud en zilver een kroon maken … Lees meer

Wat betekent dat, mijn heer?

Zacharia 6:1-8 1 ¶  Opnieuw sloeg ik mijn ogen op, en daar zag ik vier wagens tussen twee bergen vandaan komen. Die bergen waren van koper. 2  Voor de eerste wagen waren voskleurige paarden gespannen, voor de tweede zwarte, 3  voor de derde witte en voor de vierde gevlekte. Het waren sterke paarden. 4  Ik … Lees meer