Wees geen slaven van mensen.

1 Korintiërs 7:12-24 12  Verder geef ik zelf nog-niet de Heer-het volgende voorschrift: wanneer een broeder een ongelovige vrouw heeft die bij hem wil blijven, mag hij niet van haar scheiden. 13  Dit geldt ook voor een zuster: wanneer ze een ongelovige man heeft die bij haar wil blijven, mag ze niet van hem scheiden. … Lees meer

Om ontucht te vermijden

1 Korintiërs 7:1-11 1 ¶  Dan nu de punten waarover u mij geschreven hebt. U zegt dat het goed is dat een man geen gemeenschap met een vrouw heeft. 2  Maar om ontucht te vermijden moet iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.3  En een man moet zijn vrouw geven … Lees meer

Ik heb hem uit het water gehaald

Exodus 2:1-10 1 ¶  Een man uit de stam Levi trouwde met een vrouw uit diezelfde stam.  2  Zij werd zwanger en bracht een zoon ter wereld. Het was een mooi kind en ze hield het verborgen, drie maanden lang. 3  Toen ze geen kans zag haar zoon nog langer verborgen te houden, nam ze … Lees meer

De meisjes mochten in leven blijven

Exodus 1:15-22 15 ¶  Bovendien gelastte de koning de Hebreeuwse vroedvrouwen, Sifra en Pua geheten, het volgende: 16  ‘Als u de Hebreeuwse vrouwen bij de bevalling helpt, let dan goed op het geslacht van het kind. Als het een jongen is, moet u hem doden; is het een meisje, dan mag ze blijven leven.’ 17  … Lees meer

Dit zijn de namen

Exodus 1:1-14 1 ¶  Dit zijn de namen van de zonen van Israël die samen met hem, Jakob, naar Egypte waren gekomen, ieder met zijn gezin: 2  Ruben, Simeon, Levi, Juda, 3  Issachar, Zebulon, Benjamin, 4  Dan, Naftali, Gad en Aser. 5  Jozef was al langer in Egypte. In totaal waren daar toen zeventig personen … Lees meer

Zelfs de mus vindt een huis

Psalm 84 1 ¶  Voor de koorleider. Op de wijs van De Gatitische. Van de Korachieten, een psalm. 2 Hoe lieflijk is uw woning, HEER van de hemelse machten. 3 Van verlangen smacht mijn ziel naar de voorhoven van de HEER. Mijn hart en mijn lijf roepen om de levende God. 4 Zelfs de mus … Lees meer

Moge de HEER u zegenen

Numeri 6:22-27 22 ¶  De HEER zei tegen Mozes: 23  ‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen dat zij de Israëlieten met deze woorden moeten zegenen: 24  “Moge de HEER u zegenen en u beschermen, 25  moge de HEER het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn, 26  moge de HEER … Lees meer