Laat je door niets ontmoedigen.

Jozua 8:1-13a 1 ¶ De HEER zei tegen Jozua: ‘Maak je gereed om met het voltallige leger tegen Ai ten strijde te trekken. Wees niet bang en laat je door niets ontmoedigen. Ik lever de koning van Ai met heel zijn leger, heel zijn stad en heel zijn gebied aan je uit. 2 Doe met … Lees meer

Een prachtige mantel uit Sinear

Jozua 7:16-26 16 ¶ De volgende ochtend vroeg liet Jozua Israël aantreden volgens de stammen en de stam Juda werd aangewezen. 17 Daarna liet Jozua de stam Juda aantreden en de HEER wees het geslacht van Zerach aan. Daarna liet Jozua van het geslacht van Zerach de familiehoofden aantreden en Zabdi werd aangewezen. 18 En … Lees meer

Israël schond de ban

Jozua 7:1-15 1 ¶ Maar Israël schond de ban. Er was een zekere Achan: hij was een zoon van Karmi, die een zoon was van Zabdi, de zoon van Zerach, en hij was afkomstig uit de stam Juda. Deze Achan vergreep zich aan de goederen die onvoorwaardelijk aan de HEER gewijd waren. Hierop ontstak de … Lees meer

Bij de zevende maal

Jozua 6:15-27 15 Op de zevende dag stonden ze bij dageraad op en trokken op dezelfde wijze zevenmaal om de stad. Alleen op deze dag trokken ze zevenmaal om de stad, 16 en bij de zevende maal, toen de priesters de ramshoorns lieten klinken, riep Jozua tegen het volk: ‘Schreeuw, want de HEER heeft u … Lees meer

De plaats waar u staat is heilig

Jozua 5:13”“6:14 13 ¶   Toen Jozua in de omgeving van Jericho was, zag hij plotseling een man voor zich staan met een getrokken zwaard in zijn hand. Hij ging op hem af en vroeg: ‘Bent u van ons of van de vijand?’ 14   De man antwoordde: ‘Geen van beide; ik ben de aanvoerder van het … Lees meer

Na de overtocht

Jozua 5:2-12 2 Na de overtocht zei de HEER tegen Jozua: ‘Maak messen van vuursteen en besnijd de Israëlieten opnieuw.’ 3 Jozua maakte die messen en hij besneed de Israëlieten opnieuw bij de Voorhuidenheuvel. 4 Hij besneed hen omdat alle weerbare mannen die uit Egypte waren weggetrokken, na de uittocht waren gestorven, onderweg in de … Lees meer

De overkant van de Jordaan

Jozua 4:15”“5:1 15 De HEER zei tegen Jozua: 16 ‘Zeg tegen de priesters die de ark met de tekst van het verbond dragen dat ze uit de Jordaan komen.’ 17 Jozua gaf hun die opdracht, 18 en toen de priesters die de ark van het verbond met de HEER droegen uit de Jordaan kwamen en … Lees meer

Een gedenkteken voor u

Jozua 4:1-14 1 ¶ Nadat het hele volk de Jordaan was overgetrokken, zei de HEER tegen Jozua: 2 ‘Kies nu twaalf mannen, één uit elke stam, 3 en zeg hun dat ze van de plaats waar de priesters in de Jordaan staan twaalf stenen moeten halen. Die moeten ze meenemen en in het kamp leggen … Lees meer

Op de derde dag

Jozua 3:1-17 1 ¶ De volgende ochtend vroeg trok Jozua met het hele volk weg uit Sittim. Ze kwamen tot aan de Jordaan, waar ze drie dagen bleven voor ze overtrokken. 2 Op de derde dag gingen de schrijvers het kamp door 3 om het volk te zeggen: ‘Wanneer u de Levitische priesters de ark … Lees meer

De inwoners zijn doodsbang

Jozua 2:15-24 15 Rachab woonde in een huis in de stadsmuur. Ze liet de spionnen langs een touw door het venster naar beneden zakken. 16 ‘Probeer in de bergen te komen, ‘zei ze, ‘anders vinden de achtervolgers jullie. Houd je daar drie dagen schuil, totdat ze teruggekomen zijn. Ga daarna pas weg.’ 17 De mannen … Lees meer

Ik weet

Jozua 2:1-14 1 ¶ Hierna stuurde Jozua, de zoon van Nun, er vanuit Sittim in het geheim twee spionnen op uit. Hij gaf hun de opdracht: ‘Verken het hele gebied, maar vooral Jericho.’ De mannen vertrokken. Toen ze in Jericho waren gekomen, vonden ze onderdak bij een hoer, Rachab genaamd, bij wie ze wilden overnachten. … Lees meer

Uw God, zal u vrede schenken

Jozua 1:10-18 10 ¶ Jozua gaf toen de schrijvers van het volk de opdracht: 11 ‘Ga het hele kamp door en zeg tegen het volk dat het voor proviand moet zorgen. Het zal over drie dagen de Jordaan overtrekken om het land in bezit te nemen dat de HEER, hun God, hun zal geven.’ 12 … Lees meer