Dit volk eert mij met de lippen

Matteüs 15:1-11

1 ¶  Toen kwamen er vanuit Jeruzalem Farizeeën en schriftgeleerden naar Jezus. Ze vroegen hem: 2  ‘Waarom overtreden uw leerlingen de tradities van onze voorouders? Ze wassen hun handen niet voor ze hun brood eten.’ 3  Hij gaf hun ten antwoord: ‘En waarom overtreedt u het gebod van God, alleen om uw eigen traditie in stand te houden? 4  Want God heeft gezegd: “Toon eerbied voor uw vader en moeder, ”en ook: “Wie zijn vader of moeder vervloekt, moet ter dood gebracht worden.” 5  Maar u leert: “Wie tegen zijn vader of moeder zegt: ‘Alles wat van mij is en voor u van nut had kunnen zijn, bestem ik tot offergave,‘ 6  die hoeft zijn ouders geen eerbied te tonen.” Zo ontkracht u het woord van God uit eerbied voor uw eigen traditie. 7  Huichelaars, wat is Jesaja’s profetie toch toepasselijk op u: 8  “Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij; 9  tevergeefs vereren ze mij, want ze onderwijzen hun eigen leer, voorschriften van mensen.”’ 10 ¶  Nadat hij de mensen bij zich geroepen had, zei hij tegen hen: ‘Luister en kom tot inzicht. 11  Niet wat de mond ingaat maakt een mens onrein, maar wat de mond uitkomt, dat maakt een mens onrein.’ (NBV)

Iemand heeft eens gezegd dat de regels voor de anderen zijn en de uitzonderingen voor wie de regels heeft gemaakt. Multatuli schijnt eens gezegd te hebben dat principes regels zijn om dingen waar je een hekel aan hebt na te kunnen laten. Twee voorbeelden die laten zien dat het met de regels in alle samenlevingen nogal scheef kan toegaan. Jezus kwam dat tegen toen hij er op gewezen werd dat zijn volgelingen hardnekkige wetsovertreders waren. In het verhaal dat hierboven staat mept Jezus met dezelfde regels terug. Wie vader en moeder niet eert moet ter dood worden gebracht, en dan niet schijnheilig dat wat van vader en moeder was, of voor vader en moeder bestemd, bestemmen voor het offer in de tempel. Klinkt wel vroom maar je spaart je eigen bijdrage aan de tempeldienst uit en vader en moeder verhongeren evengoed wel. Daarmee is het ook het hart van de regels blootgelegd.

De mensen zijn er niet voor de regels maar de regels zijn er voor de mensen. Zoals in deze dagen hoog bejaarden en dementen op straat komen te staan omdat de zorg te duur zou worden voor hen die een hoog inkomen hebben en dus veel belasting moeten betalen. We moeten dat voorzichtig zeggen want hard spreken over falende politici moeten we aan Jezus overlaten.  Zoals over de Farizeeën: “huichelaars”, zo scheld hij hun uit. Natuurlijk hoef je niet te zwijgen, maar vraag je steeds af of je iets oplost of dat je een probleem veroorzaakt. Als je moet wachten op een smalle gracht in een historische binnenstad omdat er iets uitgeladen moet worden, waarom dan niet even helpen met uitladen? Wel eens zien gebeuren?

Heb je naaste lief als jezelf, jezelf niet vergeten lief te hebben en van binnenvetten wordt je maar dik, maar er is niets tegen af en toe een hand uit te steken, het is vaak vruchtbaarder dan een grote mond op te zetten. Dat is ook het bezwaar tegen die hele discussie over fatsoensnormen. Daarbij lijkt het er op dat de normen zelf belangrijker zijn dan de mensen en de pijn die verkeerde normen mensen kunnen aandoen. Wie geen geld heeft om kleding te kopen kan zich moeilijk kleden naar de geldende mode. Wie nauwelijks geld heeft om eten te kopen kan moeilijk uitgaan in een duur restaurant. Aardig zijn voor elkaar alleen omdat het zo hoort neemt problemen niet weg. Proberen tot overleg te komen ook al is dat pijnlijk is een vruchtbaarder weg. Een hand uitsteken naar iemand die dat nodig heeft is pas echt fatsoenlijk.

Plaats een reactie