Offers en gaven hebt u niet verlangd

Hebreeën 10:1-10

1 ¶  Omdat de wet slechts een voorafschaduwing toont van al het goede dat nog komen moet en daarvan niet de gestalte zelf laat zien, heeft hij ook niet de kracht om degenen die jaar in jaar uit met steeds dezelfde offers aan de dienst deelnemen ooit tot volmaaktheid te brengen. 2  Anders zouden die offers allang niet meer gebracht worden; degenen die aan de dienst deelnemen, zouden immers als ze eenmaal gereinigd zijn geen enkel zondebesef meer hebben. 3  Het tegendeel is echter waar: elk jaar worden met dezelfde offers de zonden weer in herinnering geroepen 4  bloed van stieren en bokken kan mensen onmogelijk van hun zonden bevrijden. 5  Daarom zegt Christus bij zijn komst in de wereld: ‘Offers en gaven hebt u niet verlangd, maar u hebt mij een lichaam gegeven; 6  brand- en reinigingsoffers behaagden u niet. 7 ¶  Toen heb ik gezegd: “Hier ben ik, ” want dit staat in de boekrol over mij geschreven: “Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen.”’ 8  Eerst zegt hij: ‘Offers en gaven hebt u niet verlangd, brand- en reinigingsoffers behaagden u niet’ daarmee bedoelt hij de offers die volgens de wet worden gebracht. 9  Dan zegt hij: ‘Hier ben ik, ik ben gekomen om uw wil te doen, ‘waarmee hij het eerste opheft om het tweede van kracht te doen zijn. 10  Op grond van die wil zijn wij voor eens en altijd geheiligd, door het offer van het lichaam van Jezus Christus. (NBV)

We hebben nog al een rare opvatting over offers als we de Bijbel mogen geloven. Vandaag lezen we een stukje waarin de schrijver van de preek aan de Hebreeën probeert uit te leggen wat nu eigenlijk in Christelijke zin een offer is en waar we met onze opvattingen over offers fout zitten. Hij heeft het niet gemakkelijk want hij moet twee soorten opvattingen bestrijden die verschillen maar ook op elkaar lijken. In de eerste plaats de Heidense opvatting. Daarin worden goden gevoed en tevreden gesteld met offers door de gelovigen. Dat de Priesters die offers opeten doet verder in die opvatting niet ter zaken. Dat het offervlees soms wordt verhandeld ook niet, het kopen en eten van dat offervlees kan je zelfs dichterbij die god brengen. Veel Christenen zagen daarom af van het eten van offervlees dat afkomstig was van offers gebracht in de Heidense Tempels.

Dan is er ook nog de Joodse opvatting over offers. Niet de oorspronkelijke Bijbelse opvatting maar een opvatting die er in de eeuwen onder invloed van de Heidense opvatting ingeslopen was. De Joodse gelovigen wisten best dat hun God niet gevoed hoefde te worden. Die God had immers zelf alles geschapen en had het leven aan mens en dier gegeven. Zo’n God hoeft het eten niet te krijgen van mensen. Maar kreeg uit respect voor het leven wel het leven terug dat hij gegeven had. Dat werd gedaan door het bloed, de drager van het leven, uit te sprenkelen over het altaar. Maar de offers die werden gebracht zouden God wel gunstig stemmen volgens de Priesters en Levieten, die offers zouden de zondaren bevrijden van hun zonden. De schrijver van deze preek bestrijdt dat. Hij heeft machtige stemmen aan zijn zijde want al in de profeten stond geschreven dat de God van Israël niet zal te wachten op offers van de gelovigen maar op gerechtigheid.

Zo is het dan ook met het offer dat Jezus van Nazareth aan het kruis heeft gebracht. Hij heeft zich immers opgeofferd om het uitbreken van een bloedige opstand te voorkomen. Hij liet het zwaard van zijn vrienden weer in de schede steken en genas de vijandelijke soldaat die was verwond. Aan het kruis bad hij voor wie hem vervolgden en vroeg zelfs zijn Vader het hen niet aan te rekenen. De wil om zelfs door de dood heen de Liefde de boventoon te laten volgen heiligt iedereen, dat kan iedereen navolgen, dat is een offer waar we dankbaar voor kunnen zijn want in de wereld zouden we zeggen dat zoiets nooit opgebracht kan worden. Afzien van geweld en zelfs je vijanden lief hebben als jezelf is ergerlijk of een dwaasheid. Maar het is de wil van onze God, daarmee betrachten we gerechtigheid, we doen recht aan het leven zelf door voor ons gelijk geen levens te eisen maar liefde. Elke dag mogen we dat weer opnieuw doen, ook vandaag weer.

Plaats een reactie