Hoe vaak tergden zij God

Psalm 78:40-55

40 ¶  Hoe vaak tergden zij God in de woestijn, kwetsten zij hem in dat dorre land, 41  hoe vaak keerden zij zich af en daagden zij hem uit, krenkten zij de Heilige van Israël! 42  Zij dachten niet aan zijn helpende hand,  aan de dag dat hij hen verloste van hun belager 43  en in Egypte tekenen verrichtte, wonderen in de vlakte van Soan. 44  Hij veranderde hun rivieren in bloed, uit geen waterstroom was meer te drinken. 45  Hij stuurde de steekvlieg die hen opvrat, en de kikvors die verderf bracht. 46  Hij gaf hun gewas aan de sprinkhaan, aan de kaalvreter hun oogst. 47  Hij doodde hun wijnstokken met hagel, hun vijgenbomen met ijzel. 48  Hij gaf hun vee aan de hagel prijs, hun kudden aan het vuur van de bliksem. 49  Hij liet zijn woede op hen los, toorn, razernij, verschrikking, en zond hun rampen en onheil. 50  Hij baande een weg voor zijn toorn, hij behoedde hen niet voor de dood, gaf hun leven prijs aan de pest. 51  Hij doodde in Egypte elke oudste zoon, de eerstgeboren mannen in de tenten van Cham. 52  Maar zijn volk liet hij wegtrekken als een kudde, hij voerde hen door de woestijn als schapen en geiten, 53  hij leidde hen veilig, zij hadden niets te vrezen, het water van de zee had hun vijanden bedekt. 54  Hij bracht hen naar zijn heilig domein, naar de berg, met eigen hand verworven, 55  hij joeg vreemde volken voor hen uit, verdeelde hun land met het meetlint en liet Israëls stammen wonen in hun tenten. (NBV)

De Verenigde Naties hebben steeds meer moeite de mensen in de vluchtelingenkampen in Jordanië en de Libanon te helpen en zelfs van voedsel te voorzien. Natuurlijk, verschillende grootmachten hebben zo hun eigen belangen. Er is een extremistische religieuze organisatie die anders gelovigen dood en daarom moet worden bestreden. Daar is een grote coalitie tegen gevormd waar zelfs voormalige vijanden in samenwerken. Maar een alternatief voor die Extremistische staat wordt niet geboden. De God van Israël die bij de zwaksten is, bij de vluchtelingen in de kampen in het Midden Oosten wordt getergd. Bommen en militairen zijn de enige gereedschappen die de rijke landen van de wereld lijken te hebben.  Maar wat zou het toch een indruk maken als de landen van de wereld niet alleen samen een eind aan deze oorlog zouden maken maar ook de slachtoffers van die oorlog een menswaardige bestaan zouden bieden.

Maar ze aarzelen zoals eens het volk Israel in de vlakte van Soan zoals in deze psalm staat. Het was de vlakte in zuid Egypte waar het volk verzameld was en wachtte op toestemming te vertrekken. Eerst moesten echter al die plagen nog plaatsvinden want de Egyptenaren waren niet van plan hun slaven te laten vertrekken. Die plagen staan nu de onschuldige burgers in de Libanon en Jordanië te wachten. Nu zijn het nog honger en onderling geweld maar hoe meer er verwoest wordt hoe meer ook besmettelijke ziekten spoken staan te wachten. En met de armoede komen de mislukte oogsten en komen de ziekten die ook de oorspronkelijke en inmiddels verarmde bevolking kunnen teisteren. De rijken en de machtigen die deze oorlog uitroepen en laten voortduren zullen er geen last van hebben.

Het zijn altijd de armen en de zwakken die er het slachtoffer van worden. Door de hele wereld heen zijn er protesten tegen het voortduren van de oorlog. Het wordt tijd dat de gewone mensen, de armen en de zwakken dus, zich verbinden met elkaar, met hun broeders en zusters in Libanon en Jordanië, de slachtoffers in Irak en Syrië en de straat op gaan om de vrede uit te roepen. Ook wij kunnen dat. De kerken gaan ons voor en enkele politieke partijen. Nu nog een massa’s sms’jes en e-mails aan de regering. Geen hekken en oorlogsschepen maar voedsel en medicijnen, onderwijs en huisvesting voor de slachtoffers. Wellicht dat hun hart niet langer verhard blijft en hun oren doof. Dat er vrede moet komen is inmiddels wel duidelijk, maar vrede zal er nooit komen als we onze hand niet uitsteken naar de machteloze slachtoffers van deze oorlog.

Plaats een reactie