Niet de mensen heb je bedrogen

Handelingen 4:36”“5:11

Een mooi verhaal over die Barnabas. Eigenlijk heette hij Josef. Van huis uit bezat hij geen grond. De Levieten waren buiten de verdeling van het land door Jozua gebleven. Juist om onafhankelijk recht te kunnen spreken. Het was dan ook een opdracht voor het volk om voor de Levieten te zorgen. Ze stonden op één lijn met de vreemdelingen en de armen, de weduwe en de wees. Maar in de loop van de geschiedenis waren er zoveel levieten gekomen dat ze niet allemaal in de Tempel hoefden te werken. Er waren er zelfs die in het buitenland terecht waren gekomen. Zo was die Josef geboren op Cyprus, een Cyprioot dus. Maar die had in Israël nog wel een stuk land en nu hij zich had aangesloten bij de beweging van de Weg, zoals de beweging van de volgelingen van Jezus van Nazareth genoemd was, had hij de akker verkocht en de opbrengst ingebracht in de jonge gemeente in Jeruzalem.

Daar had hij zijn bijnaam Barnabas, zoon van vertroosting, aan ontleend. Hij zorgde voor vertroosting van de armen betekent dat. Die Barnabas zou later nog een belangrijk figuur in de ontwikkeling van het Christendom worden. Hij stichtte de gemeente in Antiochië en vanuit die plaats ondernam hij samen met Paulus een aantal zendingsreizen. Als Cyprioot was hij opgenomen in de gemeente in Jeruzalem en als volgeling van de Weg had hij tal van Heidenen en Joden in de verstrooiing opgenomen in de beweging en met hen nieuwe gemeenten gesticht. Hij had het niet hoeven te doen. Er was duidelijk geen verplichting om alles altijd met elkaar te delen. Dat delen deed je uit liefde voor hen die tekort kwamen. Samen leven betekent samen delen omdat je dat leven zo belangrijk vindt, niet om er zelf beter van te worden.

Dat het niet gaat om eer en aanzien moet van begin af duidelijk worden. Wie dat doet uit eigenbelang kan dood vallen in de Christelijke gemeente. Daar gaat dus dat verhaal van Annanias en Safira over. Zij verkochten ook een akker en hielden een deel voor zichzelf. Dat mocht best, maar ze deden alsof ze alles hadden ingebracht en dat net doen alsof dat mocht nu juist niet. Als je samen wilt leven dan moet je ook op elkaar aankunnen. Als je bedriegt dan bedrieg je niet zozeer de mensen, die komen er misschien niet eens achter, maar je bedriegt God, je maakt van God een bedrieger. Je laat mensen immers zien dat volgelingen van Jezus van Nazareth, de mensen van de weg van de God van Israël, er alles voor over hebben om elkaar te helpen en bij te staan. Als de mensen dan even verder kijken zien ze dat het bij jou helemaal niet zo is. De Weg van de God van Israël zou ook een weg van bedrog kunnen zijn. Mensen die zo handelen kunnen doodvallen, die horen er niet bij zo klinkt het verhaal en omdat het een echt verhaal is gaan de mensen ook echt dood en worden ze begraven. Ook vandaag horen mensen die de zaak van Jezus van Nazareth, de zaak van God, bedriegen er niet echt bij. Mensen die zelf zogenaamde bijbelverhalen verzinnen en dan met gevoelige versjes de menigte achter een plastic kruis aan laten lopen horen dus niet bij die Christelijke gemeente. De mensen die oog hebben voor mensen die langs de kant van de weg zijn komen te zitten, die zorg hebben voor de armen, die hun naaste liefhebben als zichzelf, eerlijk waar, die horen er bij. Daar kunnen we elke dag opnieuw allemaal bij horen, ook vandaag weer.

 

Plaats een reactie