En weer aten ze samen

Rechters 19:1-15
 
Dit verhaal is bewust in twee delen geknipt. De twee delen moeten apart maar na elkaar gelezen worden want het zijn de lichte en de donkere kanten van dezelfde boodschap. Bethlehem de stad van de Benjaminieten was kennelijk al heel vroeg een belangrijk punt. Wij kennen het natuurlijk uit het kerstverhaal als Jezus er wordt geboren en ook in dit verhaal speelt het een belangrijke rol. Het verhaal gaat over gastvrijheid .En die gastvrijheid kennen we eigenlijk nog alleen van de aanhangers van de Islam in ons midden. Halverwege de vastenmaand van de Islam, de Ramadan vieren zij de Iftar maaltijd. Op het moment dat moslims hun vrienden thuis uitnodigen om samen de maaltijd te gebruiken als de zon is onder gegaan en het donker is geworden. Dan is het tijd voor een echte feestmaaltijd, met familie, je buren, vrienden en er wordt extra gedacht aan de armen. Het Woord is voor de moslims het echte voedsel. Het werd in één maand, nacht na nacht, geschonken aan de profeet en daarom zorg je dat je gedurende de dag rein blijft, geen eten en drinken neemt, zodat je ’s nachts des te meer waardering hebt voor het voedsel dat je geschonken wordt.

Ook vriendschap is een vorm van voedsel, het doet je immers groeien en maakt je als mens rijker. In diverse plaatsen in ons land zijn moslims en christenen tijdens de Ramadan samen gaan eten. Voor beiden is de maaltijd een belangrijk religieus gegeven. In veel kerken wordt elke zondag brood en wijn gedeeld, een maaltijd dus, ter herinnering aan de maaltijd die Jezus hield met zijn leerlingen en waarbij hij de herinnering aan de uittocht uit de slavernij in Egypte verbond aan de uittocht van hemzelf uit de dood. De schoonvader van onze naamloze Leviet, uit dit verhaal uit het boek Rechters, hield maar niet op met samen de maaltijd te gebruiken. Geen wonder natuurlijk want een Leviet hielp in de heilige tent bij de Wet uit de woestijn, waar God zelf woont. Een Leviet in huis bracht je dus dichter bij God. Gastvrijheid betonen was een goede daad. Dat is het nog steeds.

Zowel bij de maaltijd van Jezus als bij de Ramadan van de Islam moet extra aandacht worden geschonken aan de armen in de samenleving. Juist zij moeten ervaren dat ze er ook echt bij mogen horen en mee mogen delen. Voor moslims en christenen is er natuurlijk altijd wel een gironummer om hen te helpen die alles hebben verloren. Toch is alleen geld geven niet voldoende. Jezus van Nazareth stuurde zijn leerlingen er op uit om de armen bevrijding te verkondigen en verbond de maaltijd van de bevrijding met het delen van zich zelf, daarom moeten we zelf in beweging komen. In bijna elke Nederlandse stad zijn tegenwoordig voedselbanken die steun zeer goed kunnen gebruiken. Nodig dus eens een voedselbank uit aan tafel.

En wat dan met die vreemdelingen? Als de Leviet langs de stad van de stam van de Jebusieten komt dan loopt hij die stad voorbij omdat er slechts vreemdelingen wonen die niet bij het volk Israël horen, van hen zul je dus niet dezelfde gastvrijheid verwachten als van Israëlieten. Wij zullen die stad van de Jebusieten later leren kennen als Jeruzalem, als David de stad voor de Israëlieten heeft ingenomen. Maar waarom deze Leviet bang is voor de Jebusieten blijft onduidelijk in het verhaal. Wat we uit het eerste deel van het verhaal leren, wat ook het Christendom er uit heeft overgenomen, is dat gastvrijheid, samen maaltijd houden met mensen die eten en drinken nodig hebben, de beste garantie voor vrede is. Daar moeten we het vandaag dan maar bij laten, de rest leren we later nog wel eens. Samen een maaltijd houden met buren en voorbijgangers is al intensief genoeg, zeker vandaag.

Plaats een reactie