Verdriet dat God geeft

2 Korintiërs 7:2-16

Er zijn allerlei soorten verdriet in het leven. Paulus geeft er in het gedeelte dat we vandaag lezen een aantal voorbeelden van. Toen hij in Macedonië kwam werd hij van alle kanten belaagd, zelfs in de gevangenis geworpen met de kans op de doodstraf, die hij uiteindelijk ontliep. Bij dat soort verdriet hoort troost en bemoediging. Paulus krijgt hier de troost en de bemoediging van Titus die hem het goede nieuws uit Korintië komt brengen. Het conflict dat er eerder was en dat Paulus had genootzaakt zijn tranenbrief te schrijven was opgelost. De gemeente had zijn kant gekozen en degene die eerst buiten de gemeente was geplaatst was weer door de gemeente aangenomen. Het is het soort verdriet dat ontstaat door omstandigheden, die het leven nu eenmaal met zich meebrengt. Voor dat soort verdriet moeten we oog en oor hebben, vooral bij anderen. Voor dat verdriet dienen we te troosten, er te zijn, begrip te hebben dat mensen verdriet hebben. Zo snel wordt gezegd dat je de kop niet moet laten hangen, kop op, dat het leven doorgaat en dat wat geweest is geweest is. Maar dat troost niet. Vooral als een geliefde is verloren. Wees blij dat mensen daar verdriet om kunnen hebben. Het verlies van een mens mag nooit iemand onverschillig laten en verdriet is het eerste dat je mag voelen en waarvoor ruimte moet kunnen zijn. Soms gaat dat verdriet gepaard met woede en ook daar mag begrip voor zijn al moet je oppassen dat die woede zich niet richt op de achterblijvende zelf. Gemengd met schuldgevoelens kan het een gevaarlijke situatie opleveren. Maar laat verdriet zich uiten, geef er de ruimte voor, toon begrip en wees verdrietig met hen die verdriet hebben. Een heel ander soort verdriet komt voort uit inzicht. Dat verdriet komt van God, dat leidt tot verandering in je eigen gedrag. Plotseling zie je in dat je verkeerd gedaan hebt, of op de verkeerde weg bent, dat je het verkeerd gezien hebt. Dan kun je je natuurlijk verdedigen, uitleggen hoe dat zo gekomen was. Maar veel belangrijker is dat je verandert, dat je een nieuwe weg inslaat, dat je herstelt wat door je fouten verkeerd is gegaan. Dan begeef je je op de Weg van de God van Israël. Dat is wat de gemeente in Korinthe gedaan heeft en dat Paulus zo blij had gemaakt. Hij was eerst bang geweest dat de brief die hij geschreven had, de brief die verloren is gegaan, te hard zou zijn aangekomen. Maar nu is hij blij dat die brief tot inkeer heeft geleid. Zo mogen wij elkaar ook de waarheid voorhouden, niet om elkaar te beschadigen, soms moet je er dat maar gewoon bij zeggen, maar om elkaar te helpen op de Weg van Jezus van Nazareth te blijven. Elke dag mogen we daar weer mee bezig zijn, ook vandaag weer.

Plaats een reactie