Tot zij alleen het land bewonen.

Jesaja 5:8-24

De mensen die de akkers en de grond in eigendom hebben. Die alle huizen bezitten en van wier gunst het afhangt wie er mogen wonen die lijken het hele land wel voor zichzelf te hebben. Dat was wat Jesaja in zijn dagen zag gebeuren in zijn land, dat was wat Karl Marx zag in de negentiende eeuw en dat is wat je ook in onze dagen zou kunnen zien. Het zijn de rijken voor wie alles moet wijken. Wajongers en werkenemers in de sociale werkplaatsen moeten geld inleveren om de woonlastensubsidie, de hypotheekrenteaftrek, voor de rijken te betalen. Die rijken hebben het voor het zeggen en het lijkt er op dat de anderen niet meer echt in dit land wonen. Als je zo met elkaar omgaat dan veroorzaakt dat economische rampspoed. In onze dagen wordt de post al niet meer bezorgd. In de dagen van Jesaja levert de wijngaard amper wijn op, een berg zaaigoed maar één zak graan. En begrijpelijk ook. Die rijken persen zelf niet de wijn, ze kijken wel uit en gaan niet lopen rondstampen in de wijnkuipen. Die rijken zaaien ook het graan niet uit op het land. Met de hand zaaien is zwaar werk en je loopt er van de ochtendkoude door de middaghitte tot de avondkoelte toe. Nee die rijken lopen liever over rode lopers en laten zich tot diep in de nacht door wijn benevelen. Galaconcerten te over, desnoods bouwen ze zelf een theater, zij kunnen het immers zelf ook wel betalen, maar oog voor de zwaksten in de samenleving, voor de mensen in nood, mensen die niet zelf mee kunnen komen hebben ze niet. Maar troost je, ze gaan allemaal dood. allemaal naar het crematorium in de Selwerderhof zong de Groninger dichter. Het is de God van Israël die steeds weer mensen op laat staan die roepen om recht en gerechtigheid, die aanwijzen wie het kwade goed noemen, wie het gedogen dat bevolkingsgroepen aan de kant worden gezet omdat ze anders geloven, mensen die aanwijzen wie het licht tot duisternis maken, wie tolereren dat criminelen het volk vertegenwoordigen en daarmee het duister tot licht maken, wie van zoet bitter maken onder het motto dat na het zuur het zoet moeten komen maar dat een pensioen er niet inzit omdat corrupte bankdirecteuren het geld hebben laten verdwijnen. Al die zogenaamd verstandige mensen die het o zo goed voorhebben worden hier al door Jesaja aangeklaagd. Corrupte politici zijn het, die niet hebben geleerd van de bouwfraude maar het kwaad laten voortwoekeren en het proberen te verbergen. Zij rekenen niet met de God van Israël die ook in onze dagen mensen roept om te waarschuwen, om het volk te laten opstaan tegen onrecht en het kwaad. Wij mogen dag in dag uit het goede doen en aan het goede werken, ook vandaag weer, dat is ook de manier om tegen het kwade op te staan.

Plaats een reactie