Dan zult u gelukkig zijn

Lucas 14:12-24

Die opstanding der rechtvaardigen brengt menigeen in verwarring. Want na de dood is alles toch afgelopen? Het lichaam vergaat tot stof en de Adem die van God kwam keert weer terug naar God. De mens is niet meer. Er staat dan ook “in de opstanding der rechtvaardigen” en iedere keer als er rechtvaardigen opstaan hoor je er bij. Dat is de meest gangbare uitleg. Er zit nog een bijklank aan in dit verhaal. We hebben al eens gelezen uit het boek van de Makkabeeën, een boek dat niet in de Bijbel staat maar volgens Luther het best waard is om daar bij te lezen. Daar werden mensen zwaar gemarteld omdat ze vasthielden aan de Wet van de God van Israël. Heel van mensen in die dagen vonden het onrechtvaardig dat die martelaren moesten sterven en hun beulen mochten voortleven. Als God rechtvaardig zou zijn dan zouden die martelaren ook vast deel hebben aan het land dat God zou geven na het eind van de geschiedenis. Dan zouden die martelaren dus weer opstaan, de opstanding van de rechtvaardigen. Jezus van Nazareth verbindt dus het delen van brood, het maken van een feestmaal voor de armen en behoeftigen met het gevaar gemarteld te worden. Mensen die hechten aan hun bezit en hun eigen belang verliezen zo gemakkelijk het belang van het delen met de armsten uit het oog. Iedereen die werkt in een vrijwilligersorganisatie kent de smoezen die hier mensen weghouden van het feestmaal uit het hoofd. Ze worden tot op de dag van vandaag gebruikt en aan het begin van een nieuw winterseizoen worden ze ons weer in herinnering gebracht. Ons inkomen is belangrijker, we hebben het druk op het werk, ofwel we hebben net een akker land gekocht. Weer een ander heeft net een auto gekocht en moet die onderhouden alsof er vijf span ossen zijn gekocht. Nog iemand is net getrouwd en heeft alle tijd nodig voor het nieuw gevormde gezin. We hebben het allemaal te druk om voor een ander bezig te zijn, om mee te doen aan de schrijfavond voor Amnesty, om een halve dag in de week in de Fair Trade of de kringloopwinkel te staan, om een taalles te geven in een asielzoekerscentrum, om een zieke te bezoeken voor de Zonnebloem, om met de Justitiepredikant een gevangene te bezoeken, om voedsel te sorteren in de voedselbank, om voor te lezen op een kleuterschool in de buurt, kortom om mee te werken aan de komst van het Koninkrijk van God. Daarom zie je steeds meer werklozen, gehandicapten en armen in het vrijwilligerswerk. Maar vergeet niet. Pas als je je weet in te zetten voor die nieuwe samenleving, waar alle tranen gedroogd zullen zijn, waar alle leed geleden zal zijn, dan pas zul je gelukkig worden. Niet het geluk van materiële rijkdom, niet het geluk van veilig te zijn voor het geweld van de rijken, maar het geluk van de vreugde in de ogen van de mens die eindelijk iemand naast zich heeft. Dat kan ook vandaag weer.

Plaats een reactie